In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen een landsbesluit dat hem eervol ontslag verleende wegens het willekeurig verbreken van zijn dienstverband. Klager, die sinds 1 januari 2003 non-actief was, had verschillende dienstinstructies ontvangen om tijdelijke werkzaamheden te verrichten in het kader van de COVID-vaccinatiecampagne, maar had hieraan geen gehoor gegeven. Klager maakte bezwaar tegen het ontslag, stellende dat hij niet in een passende functie was geplaatst en dat hij niet kon voldoen aan de dienstinstructies omdat hij in het buitenland was.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager zijn bezwaarschrift tijdig had ingediend, ondanks dat dit na de reguliere termijn was, omdat hij de bestreden beschikking pas op 6 juni 2022 had ontvangen. De rechter oordeelde dat klager niet aan de dienstinstructies had voldaan en dat zijn argumenten over het niet ontvangen van de instructies niet opgingen, aangezien deze ook per e-mail waren verzonden. Het gerecht concludeerde dat klager zijn dienstverband willekeurig had verbroken en dat het ontslag terecht was verleend. De ingangsdatum van het ontslag werd vastgesteld op 3 februari 2022, de dag waarop klager zich niet had gemeld na de laatste dienstinstructie.
De rechter verklaarde het bezwaar ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Klager kan in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak, waarbij specifieke instructies zijn gegeven voor het indienen van het hogerberoepschrift.