Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klaagster],
de Regering van het Land Curaçao,
Inleiding
Beoordeling door het Gerecht
f798 per maand en vanaf 1 januari 2015 van NA
f951 per maand.
onderbouwdhoe zij tot de conclusie is gekomen dat klaagster vanaf 1 mei 2017 geen werkzaamheden van de functie Adviseur/Consulent-D meer heeft verricht. In deze procedure heeft klaagster, net als in de procedure bij de Raad, uitgebreid toegelicht dat zij de functie van Adviseur/Consulent-D ook vanaf 1 mei 2017 nog heeft waargenomen en hoe zij dat heeft gedaan. Gelet op de uitgebreide toelichting van klaagster had het op de weg van verweerster gelegen om te onderbouwen waaruit blijkt dat klaagster vanaf 1 mei 2017 geen werkzaamheden van de functie van Adviseur/Consulent-D meer heeft verricht. Dit geldt te meer nu klaagster ook in de procedure bij de Raad een dergelijke uitgebreide toelichting heeft gegeven en de Raad reeds heeft geoordeeld dat verweerster dient te onderbouwen waar zij haar conclusie dat de waarneming niet is voortgezet vanaf 1 mei 2017 op baseert. Dat betekent dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit niet in stand kunnen blijven. Verweerster zal opnieuw moeten beslissen op het verzoek van klaagster om de waarnemingstoelage te herstellen en daarbij moeten motiveren hoe zij de einddatum van de waarneming heeft vastgesteld. Verweerster zal daar een termijn van twee maanden voor krijgen.
Conclusie en gevolgen
f1.400,- (1 punt voor het bezwaarschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting, waarde per punt NA
f700,- en wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaarthet bezwaar
gegrond; - vernietigthet Landsbesluit van 27 oktober 2022 waarin de einddatum van de waarneming van klaagster in de functie van Adviseur/Consulent-D is vastgesteld op 30 april 2017;
- draagtverweerster op binnen twee maanden met inachtneming van deze uitspraak opnieuw te beslissen op het verzoek van klaagster van 10 augustus 2022;
- veroordeeltverweerster tot betaling aan klaagster van haar proceskosten tot een bedrag van NA
f1.400,- in verband met door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
verklaarthet bezwaar niet-ontvankelijk.