In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen een landsbesluit van 12 januari 2023. Dit landsbesluit betrof de bevordering van klaagster naar de rang van adjunct-commies (schaal 6) met ingang van 1 oktober 2019. Klaagster, die sinds 1 januari 1999 de rang van hoofdklerk (schaal 5) bekleedt, had bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum van haar bevordering. Klaagster stelde dat haar bevorderingsverzoek van 31 mei 2022 als registratiedatum moest worden aangemerkt, waardoor zij met terugwerkende kracht naar schaal 6 bevorderd zou moeten worden per 31 mei 2019.
Het gerecht heeft de feiten en standpunten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Klaagster voldeed aan de vereisten voor bevordering, maar verweerder hanteerde een beleid dat bevorderingen niet meer dan drie jaar terug mogen werken vanaf de datum van registratie van het verzoek. Het gerecht oordeelde dat de ingangsdatum van de bevordering, zoals vastgesteld door verweerder, niet in overeenstemming was met het beleid en dat klaagster recht had op een bevordering met terugwerkende kracht naar 31 mei 2019.
De uitspraak van het gerecht verklaarde het bezwaar van klaagster gegrond, vernietigde het bestreden landsbesluit en droeg verweerder op om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen over de bevordering van klaagster. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klaagster, begroot op Afl. 1.400,-.