ECLI:NL:OGAACMB:2023:63

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
29 mei 2024
Zaaknummer
AUA202303410
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing van interne verschuiving van een ambtenaar binnen de douane

Op 4 december 2023 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin een ambtenaar, werkzaam bij het Departamento di Aduana, verzocht om schorsing van zijn interne verplaatsing van de Sectie Luchthaven Vracht naar de Sectie Luchthaven Reizigers. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. Duijneveld, stelde dat de verplaatsing een represaille was vanwege zijn eerdere bezwaren tegen een dienstinstructie. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.F.J. Caster, betwistte dit en stelde dat de verplaatsing in het belang van de dienst was en geen afbreuk deed aan de rechtspositie van de verzoeker.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de verzoeker op 26 september 2023 bezwaar had gemaakt tegen de beslissing van zijn diensthoofd en op dezelfde dag een verzoekschrift indiende. De zaak werd behandeld in raadkamer op 23 oktober 2023. De rechter oordeelde dat de verzoeker geen spoedeisend belang had, aangezien de interne verschuiving geen significante gevolgen had voor zijn functie of rechtspositie. Bovendien was er sprake van klachten over de dienstverlening van de verzoeker, wat de beslissing van de verweerder om de verzoeker intern te verplaatsen rechtvaardigde.

Uiteindelijk heeft het gerecht geoordeeld dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorziening bij voorraad en heeft het verzoek afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de discretionaire bevoegdheid van de werkgever in het ambtenarenrecht en de noodzaak voor ambtenaren om de interne procedures te respecteren.

Uitspraak

Uitspraak van 4 december 2023
Gaza nummer AUA202303410

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad als bedoeld in
artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Verzoeker],

wonend in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: mr. E. Duijneveld,
tegen:

DE DIRECTEUR DEPARTAMENTO DI ADUANA,

zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. A.F.J. Caster (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij “inter bureau memo” (hierna: memo) van 1 september 2023 heeft verweerder besloten om verzoeker met ingang van 15 september 2023 van Sectie Luchthaven Vracht naar Sectie Luchthaven Reizigers te verplaatsen.
Hiertegen heeft verzoeker op 26 september 2023 bezwaar gemaakt.
Op diezelfde datum heeft verzoeker onderhavig verzoekschrift ingediend.
Namens verweerder zijn op 20 oktober 2023 stukken ingediend.
Het gerecht heeft het verzoek samen maar niet gevoegd met zaak geregistreerd onder nummer AUA202303412, behandeld in raadkamer van 23 oktober 2023. Verzoeker is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen bij zijn gemachtigde.
Verweerder heeft desgevraagd op 24 oktober 2023 stukken ingediend.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid

1.1
Ingevolge artikel 94 van de La kan een ambtenaar bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan het gerecht in ambtenarenzaken een beslissing bij voorraad vragen in alle gevallen waarin een bezwaarschrift op grond van deze landsverordening kan worden ingediend, doch waarin ter voorkoming van onevenredig nadeel voor de ambtenaar, een onverwijlde voorziening wenselijk is.
1.2
Klager heeft op 26 september 2023 een bezwaarschrift ingediend, tegen de beslissing van zijn diensthoofd om hem intern te verplaatsen. Hij kan dus worden ontvangen in onderhavig verzoek.
Het verzoek
2.1
Onderhavig verzoek strekt tot het schorsen van de verplaatsing van verzoeker naar de sectie Luchthaven Reizigers. Aan zijn verzoek heeft verzoeker -samengevat- ten grondslag gelegd, dat mutaties normaliter elke drie jaar plaatsvinden en dat er geen valide reden is om hem reeds na negen maanden van werkplek te veranderen. Verzoeker ziet deze verplaatsing als represaille, omdat hij en enkele andere collega’s het niet eens waren met de merkwaardige dienstinstructie van 15 augustus 2023 om geen enkele op groen gezette vracht te controleren. Aldus verzoeker.
Het verweer
2.2
Verweerder heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft voor het treffen van een onverwijlde voorziening, omdat met de verplaatsing van verzoeker bij een andere afdeling binnen dezelfde Sectie geen afbreuk wordt gedaan aan zijn rechtspositie of functie. Hij gaat er zelfs financieel op vooruit omdat hij nu continutoelage zal ontvangen.
Verder heeft verweerder betoogd, dat het in deze niet gaat om een overplaatsing als bedoeld in artikel 53 van de Lma, maar om een discretionaire bevoegdheid van verweerder om in het dienstbelang te allen tijde een werknemer intern naar een andere afdeling of andere sectie te verplaatsen.
De interne verschuiving van verzoeker is geen vergeldingsmaatregel noch onrechtmatig. Er waren verschillende klachten tegen de dienstverlening bij de Sectie Luchthaven Vracht en tegen verzoeker. De situatie binnen de afdeling Vracht escaleerde, mede door toedoen van verzoeker en dit zorgde voor onrust. Verweerder heeft in redelijkheid gebruik kunnen maken van zijn bevoegdheid tot interne verschuiving nu dit in het belang van de dienst is.
Het geschil
3. Ter beantwoording ligt voor de vraag of ter voorkoming van onevenredig nadeel voor verzoeker een onverwijlde voorziening wenselijk is. Het oordeel van het gerecht heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. Bij de beoordeling neemt het gerecht het volgende in aanmerking.
De feiten
4.1
Verzoeker is douaneambtenaar werkzaam bij Departamento di Aduana (DAD) in de functie van Hoofdkommies der Invoerrechten en Accijnzen 1ste klasse.
4.2
De DAD bestaat uit verschillende secties en afdelingen, o.a. Sectie Stad, Sectie Luchthaven, Sectie Haven, Sectie douanerecherche (DRI), Afdeling Techniek, en Afdeling Asycuda. Alle secties hebben een eigen chef. De Sectie Luchthaven is verder verdeeld in Reizigers en Vracht.
4.3
Bij inter-bureau memo van 9 januari 2022 is verzoeker verplaatst van de Afdeling Asycuda naar de Sectie Luchthaven Reizigers.
4.4
Bij brief van 16 augustus 2023 hebben de directeuren/vertegenwoordigers van drie vervoerbedrijven, namelijk [directeur 1] van Worldwide Cargo & Courier, [directeur 2] van Fast Delivery Service en [directeur 3] van Ship to Aruba, een klacht ingediend over de dienstverlening door verzoeker. In de brief staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“ (…) Cu e carta aki nos kier a trese e descontento, cu servicio cu nos ta hanja di [betrokkene].
Na varios momento nos ta hanja nos ta pidi pa [betrokkene] controla nos carganan, cu ta pendiente pa sali, y nos ta hanja nos mes ta warda hopi pa esaki pasa. Riba esaki ora e cuminsa controla, e ta dura hopi mas cu cualkier otro [betrokkene] pa controla 1 exit note. E ta bai cu e exit note den su oficina controla esaki (ta dura entre 15 pa 30 min) y djey ta bin afor controla mayoria caha back cu e la caba di controla riba e exit note. Hopi biaha e ta trata y papia cu nos coleganan na un manera hopi fresco. (…)”.
4.5
Op 21 augustus 2023 hebben de Chef en plaatsvervangend Chef verzoeker mondeling geïnformeerd over de klachten. Bij email van 22 augustus 2023 heeft de Hoofdinspecteur verzoeker – in antwoord op zijn verzoek om te weten wie de klachten hebben ingediend – het volgende bericht:
" Bo persona a wordo informa dor di bo directe leidinggevende ku tin 3 keho entrega contra bo persona. No ta van belang ken a entrega e keho, van belang ta cu bo persona a wordo debidamente op de hoogte gesteld. Falta di integridad y transparencia ta ora bo persona NO wordo informa y ta mandabo airport sin informabo pakiko. Tuma esaki como positieve feedback pa traha riba bo werkhouding. Trabou di [betrokkene] ta pa duna servicio, teniende cuenta ku nos controlebevoegdheid, y no pa tranca commercio innecesariamente. (…)”.
4.6
Het Management Team van de DAD heeft in de vergadering van 29 augustus 2023 besloten om vier medewerkers, onder wie verzoeker, met ingang van 15 september 2023 intern te verschuiven, in die zin dat verzoeker zal worden verplaatst naar Sectie Luchthaven Reizigers. Deze beslissing is bij de bestreden memo bekend gemaakt.
4.7
Bij email van 8 september 2023 directeur van Fast Delivery wederom een klacht ingediend tegen de dienstverlening van o.a. verzoeker.
Beoordeling
5. Een verzoek om voorlopige voorziening kan worden toegewezen als redelijkerwijs kan worden betwijfeld dat de bestreden beschikking in de bodemprocedure in stand zal blijven. Voor het treffen van een voorziening bij voorraad zal verder slechts aanleiding bestaan indien de verzoeker een zodanig spoedeisend belang heeft, dat van hem niet kan worden gevergd dat hij de beslissing in de bodemzaak afwacht.
6.1
Het gerecht stelt aan de hand van de overgelegde stukken vast, dat verzoeker met ingang van 1 januari 2023 is verplaatst naar de Sectie Luchthaven Reizigers. Onduidelijk is echter gebleven op welk moment verzoeker bij de afdeling Vracht te werk is gesteld, terwijl wel vast staat dat hij laatstelijk bij laatstgenoemde afdeling werkte. Verder staat vast dat verzoeker bij de bestreden beslissing (wederom) is geplaatst bij de Sectie Luchthaven Reizigers. Uit de overgelegde stukken blijkt verder dat drie vervoersbedrijven klachten hebben geuit tegen verzoeker en zijn dienstverlening.
6.2
Reeds gelet hierop is het gerecht op voorhand van oordeel, dat verweerder in redelijkheid heeft mogen beslissen om verzoeker in het dienstbelang intern te verschuiven en te plaatsen bij een andere afdeling binnen de Sectie Luchthaven. Dat deze interne verschuiving voor verzoeker enige schade of onevenredig nadeel met zich brengt, is in deze procedure gesteld noch gebleken.
7. Gelet hierop bestaat dan ook redelijke kans dat de bestreden beslissing in de bodemprocedure in stand zal blijven. Hieruit volgt dat er geen aanleiding bestaat voor het treffen van een voorziening bij voorraad. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is op 4 december 2023 in raadkamer gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, ambtenarenrechter, in tegenwoordigheid van de griffier, M.R de Cuba.
Tegen deze uitspraak staat geen voorziening open.