In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 13 november 2023 uitspraak gedaan in het bezwaar van een douaneambtenaar, klaagster, tegen de beslissing van de directeur van het Departamento di Aduana om haar per direct te verwijderen van de opleiding Hoofdkommies der Invoerrechten en Accijnzen. Klaagster had op 21 november 2022 bezwaar aangetekend tegen deze beslissing, die was genomen op basis van haar onvoldoende resultaat voor het vak Tarief en Vrijstellingen. Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift tijdig had ingediend, ondanks dat dit na de formele termijn was gebeurd, omdat zij aannemelijk had gemaakt dat zij de beschikking pas op 20 oktober 2022 had ontvangen.
Het gerecht heeft vervolgens de inhoudelijke bezwaren van klaagster beoordeeld. Klaagster stelde dat de directeur in strijd met de ministeriële beschikking had gehandeld door het vak Tarief en Vrijstellingen te splitsen in twee delen en dat zij geen tweede herkansing had gekregen. Het gerecht oordeelde dat de directeur niet in strijd met de ministeriële beschikking had gehandeld en dat de normering van de tentamens voor alle kandidaten gelijk was. Klaagster had gebruik gemaakt van de enige herkansingsmogelijkheid die haar was geboden, en het gerecht kon niet vaststellen dat er in eerdere jaren meer herkansingen waren toegestaan.
De rechter concludeerde dat de beslissing van de directeur om klaagster van de opleiding te verwijderen terecht was en verklaarde het bezwaar ongegrond. Klaagster heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken binnen dertig dagen na de uitspraak.