ECLI:NL:OGAACMB:2023:56

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
AUA202300780
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen weigering bevordering ambtenaar

In deze zaak heeft klaagster, de Minister van Onderwijs en Sport, bezwaar gemaakt tegen de weigering van verweerder om te beslissen op haar verzoeken tot bevordering naar hogere schalen. Klaagster heeft in de periode van 2013 tot 2022 meerdere verzoeken ingediend om bevorderd te worden naar respectievelijk schaal 7 en later naar de schalen 8, 9, 10 en 11. Na een lange periode van afwachten heeft klaagster op 8 maart 2023 bezwaar gemaakt bij het gerecht, omdat verweerder niet had beslist op haar verzoeken. De zitting vond plaats op 5 juni 2023, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Na de zitting heeft verweerder op 21 juni 2023 alsnog een ministeriële beschikking afgegeven waarin klaagster werd bevorderd. Hierdoor is het belang van klaagster bij een beslissing op het bezwaar komen te vervallen.

Het gerecht overweegt dat, volgens artikel 35 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak, een bezwaarschrift kan worden ingediend tegen een weigering om te beschikken. De rechter stelt vast dat de weigering om te beschikken niet als een afwijzende of goedkeurende beschikking kan worden gekwalificeerd. Aangezien verweerder inmiddels heeft beslist op de bevorderingsverzoeken, is het bezwaar van klaagster niet-ontvankelijk verklaard. De rechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 6 november 2023, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.

Uitspraak

Uitspraak van 6 november 2023
Gaza nr. AUA202300780

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klaagster],

wonende te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: mr. R.P. Lee,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN SPORT,

zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. J.J.S. Poeran (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 10 juni 2013 heeft klaagster verweerder verzocht om haar te bevorderen naar schaal 7. Dit verzoek heeft zij bij brief van 12 maart 2020 gerappelleerd. Bij brief van 12 oktober 2022 heeft klaagster verweerder verzocht haar te bevorderen naar schalen 8, 9, 10 en 11.
Tegen de weigering om op haar bevorderingsverzoeken te beslissen heeft klaagster op 8 maart 2023 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 juni 2023, waar partijen zijn verschenen bij hun voornoemde gemachtigden.
Verweerder is hierna in de gelegenheid gesteld nadere stukken over te leggen.
Bij emailbericht van 22 juni 2023 heeft verweerder de ministeriële beschikking van 21 juni 2023, inhoudende de bevordering van klaagster, overgelegd.
Klaagster is vervolgens in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Klaagster heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN

1. Artikel 35, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: de La) bepaalt dat een bezwaarschrift kan worden ingediend tegen een weigering om te beschikken. Blijkens de memorie van toelichting op deze bepaling is hiermee beoogd de ambtenaar niet alleen te beschermen tegen daden, maar ook tegen verzuim, nalatigheid, achterwege blijven van handelingen of beschikkingen, opzettelijk of uit zorgeloosheid.
2. In navolging van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (zie uitspraak d.d. 21 oktober 2009, LJN: BK9368) overweegt het gerecht dat uit voornoemde bepaling volgt dat de weigering te beschikken niet als een afwijzende beschikking, noch als een goedkeurende beschikking wordt gekwalificeerd. De mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel tegen de weigering om te beschikken is derhalve (primair) een procedureel middel dat kan worden ingezet om het bestuursorgaan te bewegen tot besluitvorming. Een (ontvankelijk) bezwaarschrift ingediend tegen de weigering te beschikken dient gegrond te worden verklaard, waarbij het bestuursorgaan wordt opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een beschikking te geven.
3. Nu verweerder inmiddels, bij ministeriële beschikking van 21 juni 2023, op de bevorderingsverzoeken van klaagster heeft beslist, is het belang van klaagster bij een beslissing op onderhavig bezwaar komen te vervallen. Dit bezwaar dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 november 2023 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.