In deze zaak heeft klaagster, de Minister van Onderwijs en Sport, bezwaar gemaakt tegen de weigering van verweerder om te beslissen op haar verzoeken tot bevordering naar hogere schalen. Klaagster heeft in de periode van 2013 tot 2022 meerdere verzoeken ingediend om bevorderd te worden naar respectievelijk schaal 7 en later naar de schalen 8, 9, 10 en 11. Na een lange periode van afwachten heeft klaagster op 8 maart 2023 bezwaar gemaakt bij het gerecht, omdat verweerder niet had beslist op haar verzoeken. De zitting vond plaats op 5 juni 2023, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Na de zitting heeft verweerder op 21 juni 2023 alsnog een ministeriële beschikking afgegeven waarin klaagster werd bevorderd. Hierdoor is het belang van klaagster bij een beslissing op het bezwaar komen te vervallen.
Het gerecht overweegt dat, volgens artikel 35 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak, een bezwaarschrift kan worden ingediend tegen een weigering om te beschikken. De rechter stelt vast dat de weigering om te beschikken niet als een afwijzende of goedkeurende beschikking kan worden gekwalificeerd. Aangezien verweerder inmiddels heeft beslist op de bevorderingsverzoeken, is het bezwaar van klaagster niet-ontvankelijk verklaard. De rechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 6 november 2023, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.