In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, heeft klager, de Gouverneur van Aruba, bezwaar aangetekend tegen een besluit van verweerder. Dit besluit, genomen op 4 november 2022, betrof de bevordering van klager naar de rang van brigadier met ingang van 1 december 2019. Klager diende op 4 januari 2023 een pro-forma bezwaarschrift in, maar heeft geen gronden voor zijn bezwaar ingediend, ondanks de mogelijkheid die hem werd geboden om dit te doen. De griffie van het gerecht had klager per e-mail op 18 januari 2023 geïnformeerd dat hij de gronden voor zijn bezwaar uiterlijk op 1 maart 2023 moest indienen, maar klager heeft hier geen gebruik van gemaakt.
De rechter heeft vastgesteld dat klager de vereiste gronden niet heeft aangevuld en dat hij ook geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid om het verzuim te herstellen. Op basis van de relevante artikelen van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak, die bepalen dat een bezwaarschrift de gronden moet bevatten en dat een niet-ontvankelijk verklaring mogelijk is bij verzuim, heeft de rechter besloten het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak werd gedaan op 15 mei 2023 en klager werd geïnformeerd over de procedure voor hoger beroep, inclusief de termijn en vereisten voor indiening.
De rechter heeft in zijn beslissing benadrukt dat het indienen van een hoger beroep geen griffierecht met zich meebrengt en dat de indiener binnen dertig dagen na de uitspraak of de toezending van de uitspraak in hoger beroep kan gaan. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.