Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klager],
de Regering van het Land Curaçao,
Inleiding
Beoordeling door het Gerecht
Conclusie en gevolgen
Beslissing
verklaarthet bezwaar
ongegrond.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao het bezwaar van klager, een politieambtenaar, tegen het Landsbesluit van 19 juli 2022, waarbij hem voorwaardelijk strafontslag voor de duur van een jaar is opgelegd. Klager heeft op 22 september 2022 bezwaar gemaakt tegen dit besluit, en na aanvullende stukken te hebben ingediend, is het bezwaar behandeld op 21 juli 2023. Het Gerecht concludeert dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim door zich niet te gedragen zoals een goed politieambtenaar betaamt. Dit plichtsverzuim is gebaseerd op twee incidenten: het weigeren zijn schoenen uit te trekken tijdens een veiligheidscontrole en het uiten van vulgaire taal tegen een teamleider.
Het Gerecht oordeelt dat de gedragingen van klager, in samenhang bezien, plichtsverzuim opleveren. Klager heeft de grenzen van het toelaatbare overschreden, wat een disciplinaire straf rechtvaardigt. Het Gerecht wijst erop dat de opgelegde straf niet onevenredig is aan de ernst van het plichtsverzuim, vooral gezien het feit dat het laatste incident bijzonder ernstig was. De uitspraak bevestigt dat het bezwaar van klager ongegrond is en dat het Landsbesluit in stand blijft.
De uitspraak is gedaan door rechter N.M. Martinez en is openbaar uitgesproken op 15 september 2023. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.