ECLI:NL:OGAACMB:2023:25
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangsom ter uitvoering van eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie (verzoekster) een verzoek ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) tegen de beslissing van verweerder, die op 5 mei 2021 de aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf had afgewezen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en beroep ingesteld, wat leidde tot een eerdere uitspraak van het gerecht op 14 maart 2022, waarin de afwijzing werd vernietigd en verweerder werd opgedragen binnen drie maanden een reële beslissing te nemen.
Op 23 juni 2022 heeft verzoekster het verzoek ex artikel 53 ingediend, waarin zij verweerder verzocht om een dwangsom op te leggen voor het niet naleven van de eerdere uitspraak. Verweerder heeft echter op 2 augustus 2022 een vergunning tot tijdelijk verblijf afgegeven, waarmee hij aan de eerdere uitspraak heeft voldaan. Tijdens de zitting op 22 februari 2023 zijn beide partijen niet verschenen, ondanks behoorlijke oproeping.
Het gerecht overweegt dat, aangezien verweerder inmiddels aan de uitspraak van 14 maart 2022 heeft voldaan, verzoekster geen belang meer heeft bij de onderhavige procedure. Het verzoek wordt afgewezen, maar het gerecht ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoekster, die zijn begroot op Afl. 175,-. De rechter, mr. N.K. Engelbrecht, heeft de beslissing op 15 maart 2023 uitgesproken, waarbij tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.