ECLI:NL:OGAACMB:2023:22

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
AUA202201609
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevordering van ambtenaar in verband met arbeidsongeschiktheid en de rechtsgeldigheid van de verschuiving van de bevorderingsdatum

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen een landsbesluit dat zijn bevordering naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse met ingang van 1 december 2017 had vastgesteld. Klager, die werkzaam is bij de Dienst Openbare Werken, had eerder verzocht om bevorderd te worden naar deze rang met terugwerkende kracht naar 1 april 2015. Het bestreden landsbesluit was gebaseerd op het beleid dat bevorderingsverzoeken niet meer dan drie jaar terug mogen werken vanaf de datum van indiening. Klager had echter gedurende een deel van de beoordelingsperiode arbeidsongeschiktheid ervaren, wat volgens verweerder de bevorderingsdatum had beïnvloed.

Tijdens de zittingen is naar voren gekomen dat klager sinds 2012 geen beoordelingen had ontvangen en dat de verschuiving van de bevorderingsdatum naar 1 december 2017 in strijd zou zijn met de beginselen van zorgvuldigheid en gelijkheid. Het gerecht heeft vastgesteld dat de beoordelingsperiode voor de bevordering naar hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse niet correct was vastgesteld door verweerder, aangezien klager al sinds 1 april 2011 de functie bekleedde. De uitspraak concludeert dat het bezwaar van klager gegrond is en dat het bestreden landsbesluit nietig wordt verklaard. Verweerder moet binnen twee maanden opnieuw beslissen op het verzoek van klager om bevorderd te worden naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse en senior-hoofdtechnisch opzichter.

Uitspraak

Uitspraak van 13 maart 2023
Gaza nr. AUA202201609

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar in de zin van
de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Klager],

wonende in Aruba,
KLAGER,
voorheen procederend in persoon, thans vertegenwoordigd door dr. mr. N.A. de Vos,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigden: mrs. Y.F.M. Kaarsbaan en J.J.S. Poeran (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij landsbesluit van 8 april 2022 (bestreden landsbesluit), door klager ontvangen op 3 mei 2022, heeft verweerder besloten om klager met ingang van 1 december 2017 te bevorderen naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9, dienstjaar 5).
Hiertegen heeft klager op 31 mei 2022 bezwaar gemaakt bij dit gerecht (bezwaar).
Verweerder heeft op 20 oktober 2022 een contramemorie ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 7 november 2022. Klager is verschenen en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
De behandeling van de zaak is op 28 november 2022 voortgezet. Klager is verschenen en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
De uitspraak is nader bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
feiten
1.1
Klager is als ambtenaar werkzaam bij de Dienst Openbare Werken (DOW).
1.2
Bij landsbesluit van 23 februari 2015 heeft verweerder besloten om klager met ingang van 1 april 2011 te bevorderen naar de rang van hoofdtechnisch opzichter (schaal 8, dienstjaar 1).
1.3
Bij brief van 4 juni 2020 heeft klager verzocht hem met ingang van 1 april 2015 te bevorderen naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9) en hem met ingang van 1 april 2019 te bevorderen naar de rang van senior-hoofdtechnisch opzichter (schaal 10). Bij brief van 19 januari 2021 heeft klager op dit verzoek gerappelleerd.
1.4
Bij het bestreden landsbesluit heeft verweerder besloten om klager met ingang van
1 december 2017 te bevorderen naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9, dienstjaar 5). Het bestreden landsbesluit bevat geen beslissing over het verzoek van klager om bevorderd te worden naar de rang van senior-hoofdtechnisch opzichter (schaal 10).
bestreden landsbesluit
2. Aan het bestreden landsbesluit heeft verweerder ten grondslag gelegd - kort gezegd - dat volgens vast beleid bevorderingsverzoeken niet meer dan drie jaar mogen terugwerken gerekend vanaf de datum van de officiële registratie van het verzoek. Nu het verzoek van klager op 5 juni 2020 is geregistreerd, komt hij vanaf 1 juli 2017 in aanmerking voor bevordering. Klager is echter in de beoordelingsperiode, te weten vanaf 1 juli 2013 tot 1 juli 2017, 136 dagen arbeidsongeschikt geweest, waardoor over die periode geen oordeel kon worden gegeven over zijn functioneren. Om die reden wordt de bevorderingsdatum met (nog eens) 5 maanden verschoven naar 1 december 2017.
bezwaargronden
3. Het bezwaar is gericht zich tegen de verschuiving van de bevorderingsdatum naar
1 december 2017. Daaraan heeft klager ten grondslag gelegd – kort gezegd – dat (i) sinds 2012 geen beoordelingen hebben plaatsgevonden, beoordelingen pas vanaf 2017 weer plaatsvinden, en (iii) klager niet bekend is met enig beleid van verweerder waarbij is bepaald dat het aantal dagen arbeidsongeschiktheid de ingangsdatum van een bevordering kan beïnvloeden. De verschuiving van de bevorderingsdatum naar
1 december 2017 is daarom in strijd met de beginselen van zorgvuldigheid, verbod van willekeur, fair play, gelijkheid en proportionaliteit.
wettelijk kader
4.1
Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) geschieden aanstelling en bevordering, voor zover daaromtrent regelen zijn vastgesteld, overeenkomstig deze regelen.
4.2
Ingevolge artikel 4 van de Bezoldigingsregeling Aruba (BRA) dient een ambtenaar om in aanmerking te komen voor een bevordering te voldoen aan de in bijlage B van die regeling opgenomen bevorderingseisen (eerste lid) en voorts voor de vervulling van die betrekking geschikt en bekwaam te worden geacht (tweede lid).
4.3
Voor bevordering naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9) is, voor zover hier relevant, op grond van artikel 4, eerste lid, en bijlage B van de BRA vereist dat betrokkene een functie bekleedt welke een waardering op het niveau van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse rechtvaardigt, met dien verstande dat de betrokkene reeds ten minste vier jaar dienst in de rang van hoofdtechnisch opzichter moet hebben volbracht. Voor bevordering naar de rang van senior-hoofdtechnisch opzichter (schaal 10) is vereist dat betrokkene een functie bekleedt welke een waardering op het niveau van senior-hoofdtechnisch opzichter rechtvaardigt, met dien verstande dat de betrokkene reeds ten minste vier jaar dienst in de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse moet hebben volbracht.
beoordeling
5.1
Het gerecht stelt voorop dat bevordering geen recht van de betrokken ambtenaar is noch een automatisme, doch een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag. Dit betekent dat het gebruik van die bevoegdheid door het gerecht slechts terughoudend kan worden getoetst. Bij die toetsing dient het gerecht te beoordelen of verweerder na afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de bestreden beschikking heeft kunnen komen dan wel daarbij anderszins heeft gehandeld in strijd met enige rechtsregel of met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
bevordering naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9)
5.2
Tussen partijen is niet in geschil dat klager in beginsel op 1 april 2015 bevorderd had kunnen worden naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9). Wel houdt partijen verdeeld de vraag of verweerder terecht heeft besloten de bevordering niet verder te laten terugwerken dan drie jaar na de datum van het verzoek. Daarnaast moet ook de vraag worden beantwoord of verweerder met juistheid de bevorderingsdatum met nog eens vijf maanden heeft verschoven wegens arbeidsongeschiktheid van klager in de beoordelingsperiode. Het gerecht overweegt hierover als volgt.
5.3
De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (Raad) heeft in zijn uitspraak van 7 maart 2005 (RvBAz 2003/48) geoordeeld dat verweerder bij bevorderingen de regel van maximaal drie (3) jaar terugwerkende kracht als vaste gedragslijn hanteert en dat niet is gebleken dat de overheid stelselmatig van die gedragslijn afwijkt. Dit gerecht heeft nadien bij veel uitspraken geoordeeld dat dit beleid de rechterlijke toets doorstaat. Nu klager het verzoek op 5 juni 2020 heeft ingediend, heeft verweerder redelijkerwijs kunnen bepalen dat klagers eventuele bevordering niet eerder kan ingaan dan op 1 juni 2017.
5.4
Anders ligt dat ten aanzien van de beslissing om de bevorderingsdatum naar
1 december 2017 te verschuiven. Het gerecht volgt verweerder namelijk niet in zijn betoog dat voor een bevordering naar de rang van hoofdtechnisch opzichter (schaal 9) de beoordelingsperiode van 1 juli 2013 tot 1 juli 2017 moet worden gehanteerd. Voor een bevordering naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9) is onder meer een dienstanciënniteit van ten minste 4 jaar in de rang van hoofdtechnisch opzichter vereist. Klager bekleedt sinds 1 april 2011 de functie van hoofdtechnisch opzichter. De beoordelingsperiode is dus op die datum aangevangen en eindigde op zijn vroegst op
1 april 2015. Dat bevorderingen niet verder terugwerken dan 3 jaar vanaf de datum van indiening van het verzoek, maakt het voorgaande niet anders. Nu verweerder bij de bepaling van het bevorderingsmoment is uitgegaan van de verkeerde beoordelingsperiode, kan het bestreden landsbesluit al daarom niet in stand blijven.
bevordering naar de rang van senior-hoofdtechnisch opzichter (schaal 10)
5.5
Klager heeft verzocht om per 1 april 2019 te worden bevorderd naar de rang van senior-hoofdtechnisch opzichter (schaal 10). Het bestreden landsbesluit bevat geen beslissing op dit verzoek. Gesteld noch gebleken is van het bestaan van een ander document met een beslissing daarop. Gelet op de eis van 4 jaar dienstanciënniteit en aangezien verweerder de ingangsdatum van de bevordering van klager naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9) heeft bepaald op 1 december 2017, moet het ervoor worden houden gehouden dat het bestreden landsbesluit een impliciete afwijzing bevat van het verzoek om bevorderd te worden naar de rang van senior-hoofdtechnisch opzichter (schaal 10). Nu deze beslissing ongemotiveerd is gebleven, kan het bestreden landsbesluit ook op dit onderdeel niet in stand blijven.
6. De slotsom is dat het bezwaar gegrond is. Het bestreden landsbesluit zal nietig worden verklaard.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- verklaart het bestreden landsbesluit van 8 april 2022 no. 6 nietig;
- draagt verweerder op om binnen een termijn van twee maanden na dagtekening van deze uitspraak opnieuw te beslissen op het verzoek van klager om hem te bevorderen naar de rang van hoofdtechnisch opzichter 1ste klasse (schaal 9) en vervolgens naar de rang van senior-hoofdtechnisch opzichter (schaal 10), met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 13 maart 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.