ECLI:NL:OGAACMB:2022:94
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot uitbetaling vakantiegeld en rechttrekken rechtspositie van een politieambtenaar
In deze zaak heeft klager, een politieambtenaar, verzocht om uitbetaling van vakantiegeld en het rechttrekken van zijn rechtspositie met betrekking tot periodieke verhogingen en automatische bevorderingen. Klager heeft van juli 2011 tot januari 2020 geen werkzaamheden verricht en kan daarom geen aanspraak maken op vakantie-uren volgens de geldende wettelijke regeling. Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Sint Maarten heeft op 20 juni 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Klager was sinds 1991 werkzaam bij het Korps Politie Nederlandse Antillen en werd in 2012 in vaste dienst genomen bij het Korps Politie Sint Maarten. Hij werd echter in juli 2011 buiten functie gesteld en kreeg in 2012 te maken met een ontslagprocedure, die uiteindelijk in 2016 werd vernietigd. Klager heeft in 2020 zijn werkzaamheden hervat, maar zijn verzoek om uitbetaling van vakantie-uren voor de jaren 2010 tot en met 2019 werd afgewezen omdat hij geen vakantie-uren had opgebouwd. Het Gerecht oordeelde dat er geen wettelijke grondslag is voor automatische toekenning van periodieke verhogingen bij niet verrichten van werkzaamheden. Klager heeft geen verzoek ingediend voor een beoordeling van zijn functioneren, wat noodzakelijk is voor een eventuele bevordering. Het Gerecht verklaarde het bezwaar van klager ongegrond.