ECLI:NL:OGAACMB:2022:89

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 juli 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
SXM202101252-GAZ 49/2021
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om uitbetaling van bereikbaarheidstoelage en maandelijkse toelage voor werkzaamheden als lid van het Juliana Team

In deze zaak heeft klager, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde de heer L.C.J. Lewis, een verzoek ingediend tegen de Minister van Justitie van Sint Maarten. Het verzoek betreft de afwijzing van de uitbetaling van een dagelijkse bereikbaarheidstoelage en een maandelijkse toelage met terugwerkende kracht. De bestreden beschikking dateert van 24 augustus 2021 en is ontvangen op 2 september 2021. Klager is sinds 1 mei 1976 in dienst bij het Korps Politie Nederlandse Antillen en heeft verschillende functies bekleed, waaronder Chef Narcotica, Vuurwapens en Fraude Bestrijding. Klager verzoekt het Gerecht om de bestreden beschikking te vernietigen en de Minister op te dragen om de uitbetaling van de verzochte toelagen te effectueren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 25 april 2022 heeft klager zijn standpunten toegelicht, waarbij hij onder andere twee verklaringen van collega’s heeft ingebracht die aangeven dat zij wel een bereikbaarheidstoelage ontvangen. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat niet is aangetoond dat klager buiten het vastgestelde dienstrooster ter beschikking van de politiedienst moest staan, wat een voorwaarde is voor de toekenning van de bereikbaarheidstoelage. Bovendien is er geen objectief bewijs geleverd dat klager recht heeft op de gevraagde toelagen.

Het Gerecht heeft geconcludeerd dat de beroepsgronden van klager falen en dat de afwijzing van de verzoeken door de Minister terecht is. De uitspraak is gedaan door rechter J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 4 juli 2022. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open.

Uitspraak

Zaaknummer: SXM202101252-GAZ 49/2021
Datum: 4 juli 2022
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[klager],
klager,
gevolmachtigde: de heer L.C.J. LEWIS,
tegen
DE MINISTER VAN JUSTITIE VAN SINT MAARTEN,
zetelende te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. P.A.M. BRANDON.

1.Aanduiding bestreden besluit

De beschikking van 24 augustus 2021, ontvangen op 2 september 2021, waarbij het verzoek van klager strekkende tot de uitbetaling (met terugwerkende kracht) van dagelijkse bereikbaarheidstoelage en maandelijkse toelage als lid van de Juliana Team, is afgewezen.

2.Het procesverloop

Op 1 oktober 2021 is ter griffie van het gerecht in ambtenarenzaken (hierna: het Gerecht) een bezwaarschrift (met producties) ingediend.
Op 14 februari 2022 heeft verweerder aanvullende producties in het geding gebracht.
Mondelinge behandeling van het bezwaarschrift heeft plaatsgevonden op 25 april 2022. Klager is in persoon verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. Verweerder is bij gemachtigde voornoemd verschenen die op schrift gestelde pleitaantekeningen heeft voorgedragen en overgelegd.
Uitspraak is (nader) bepaald op heden.

3.Feiten en standpunten

3.1.
De volgende feiten staan vast.
- Klager is met ingang van 1 mei 1976 in dienst getreden bij het Korps Politie Nederlandse Antillen. In 2003 is het bij Landsbesluit benoemd als Chef Wijkteam Stad in de rang van Inspecteur.
- Na de ontmanteling van de Nederlands Antillen op 10 oktober 2010, is klager bij Landsbesluit van 29 juni 2012, ingaande 10 oktober 2010 in vaste pensioengerechtigde dienst getreden als Chef Narcotica, Vuurwapens en Fraude Bestrijding in de rang van Inspecteur van politie. Op 1 september 2014 is klager eervol ontslagen en gepensioneerd.
- Verweerder heeft bij besluit van 24 augustus 2021 de verzoeken van klager van 16 maart 2020 en 5 juni 2020 tot uitbetaling met terugwerkende kracht van een dagelijkse bereikbaarheidstoelage en een maandelijks toelage als lid van het Juliana Team, afgewezen.
3.2.
Klager verzoekt het Gerecht de bestreden beschikking te vernietigen en verweerder op te dragen om binnen een maand een uitbetaling aan klager te verstrekken in verband met de bereikbaarheidstoelage in de periode vanaf 1 september 2003 tot en met 9 oktober 2010 alsmede vanaf 10 oktober 2010 tot en met 31 augustus 2014. Tevens uitbetaling van een maandelijkse toelage vanaf oktober 2010 tot en met september 2014 in verband met werkzaamheden verricht als lid van het Juliana team.

4.De beoordeling

De bereikbaarheidstoelage.

4.1.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Artikel 23, zesde lid van het Besluit Rechtspositie KPNA 2000 bepaalt aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die uit hoofde van zijn functie opgedragen wordt zich buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster gedurende ten minste 8 uren per dag ter beschikking van de politiedienst te houden in zijn woning of op zijn plaats van tewerkstelling, dan wel voor de dienst bereikbaar te zijn gedurende ten minste 8 uren per dag, wordt een vergoeding toegekend van NAf 75,-- per dag.
4.2.
Bij Landsbesluit van 29 juni 2012 is klager per 10 oktober 2010 benoemd tot Chef Narcotica Vuurwapens en Fraude bestrijding. Het Gerecht stelt vast dat uit dit Landsbesluit blijkt dat aan klager een toelage is toegekend: de Bovenwindse Toelage van 16,3%. Van toekenning van een bereikbaarheidstoelage blijkt niet uit dit Landsbesluit.
4.3.
Klager heeft twee verklaringen van collega’s ingebracht waarin deze aangeven dat zij bereikbaarheidstoeslag ontvangen. Van een van deze collega’s heeft klager twee loonstroken overgelegd ter onderbouwing.
4.4.
Met verweerder is het Gerecht van oordeel dat niet is gebleken dat klager opgedragen is zich buiten het vastgestelde dienstrooster ter beschikking van de politiedienst te houden. Ingevolge voornoemd artikel 23 Besluit Rechtspositie heeft een opdracht daartoe te gelden als voorwaarde voor toekenning van een bereikbaarheidsvergoeding. Ook anderszins is niet op objectieve wijze gebleken dat klager een dergelijke toelage zou toekomen. Met verweerder is het Gerecht voorts van oordeel dat schriftelijke verklaringen van collega’s op geen enkele wijze ter onderbouwing kunnen dienen van het recht van klager op bereikbaarheidstoeslag. Een verklaring van een collega kan niet dienen ter vervanging van een opdracht van verweerder. Voorts is de toekenning aan een collega van een toeslag niet rechtens relevant in geval van klager.
4.5.
Het Gerecht is van oordeel dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat aan klager de door klager gevorderde bereikbaarheidstoeslag niet toekomt. De beroepsgronden van klager falen.
Juliana team
4.6.
Klager heeft zijn grond ten aanzien van de zijn recht op toelage als lid van het Juliana team voor de periode oktober 2010 t/m 1 september 2014, onderbouwd met overlegging van een loonstrook (gedateerd 2018) van een ambtenaar van de douane. Uit deze loonstrook blijkt dat deze ambtenaar onder: diverse toelage (Juliana Team), een bedrag krijgt uitbetaald.
4.7.
Verweerder heeft ten aanzien van het Juliana team de volgende stukken overgelegd:
- Brief aan de Hoofdcommissaris van de KPSM van Chef P&O gedateerd 5 februari 2014 en een brief van het Hoofd Justitiële Divisie gericht aan Chef KPSM gedateerd 6 mei 2011.
- Brief van de Korpschef gericht aan de Minister van Justitie gedateerd 12 februari 2014 met als bijlage een ongedateerde brief van het Hoofd Landsrecherche gericht aan de Minister van Justitie.
4.8.
Het Gerecht stelt vast dat uit deze voornoemde brieven niet blijkt van enige werkzaamheden van de KPSM bij het Juliana team na april 2010. Voorts wordt in voornoemde brief van 12 februari 2014 geadviseerd dat de claim van de leden van het Juliana team gerechtvaardigd zijn tot de periode van oktober 2010 en dat na oktober 2010 het Juliana team niet daadwerkelijk heeft gefunctioneerd.
4.9.
Met verweerder is het Gerecht van oordeel dat hetgeen klager verzoekt ten aanzien van een toelage voor werkzaamheden voor het Juliana team niet kan worden gehonoreerd. Het enkele feit dat een ambtenaar van douane kennelijk in 2018 een toelage ontving vanwege werkzaamheden voor het Juliana team is volstrekt onvoldoende. Op geen enkele wijze is een onderbouwing aangeleverd dat klager of de KPSM een bijdrage heeft geleverd aan de werkzaamheden van dit team. De beroepsgronden van klager falen.
4.10.
Gezien het hiervoor overwogene is het bezwaar ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

4.Beslissing

Het Gerecht in ambtenarenzaken:
verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het gerecht in ambtenarenzaken van Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 4 juli 2022.
Tegen deze uitspraak is hoger beroep mogelijk. Zie titel IV van de regeling Ambtenarenrechtspraak.