ECLI:NL:OGAACMB:2022:87

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 december 2022
Publicatiedatum
15 december 2022
Zaaknummer
AUA202200157
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen afwijzing interne overplaatsing ambtenaar naar functie van Magazijnbeheerder

Op 5 december 2022 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in de zaak van klager, een ambtenaar werkzaam bij het Korps Politie Aruba (KPA). Klager had bezwaar gemaakt tegen het landsbesluit van 10 december 2021, waarin zijn verzoek tot interne overplaatsing naar de functie van Magazijnbeheerder werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat klager niet in het bezit was van een MBO-diploma, wat volgens de vereisten voor de functie noodzakelijk was. Klager stelde echter dat hij relevante opleidingen had gevolgd, waaronder de opleidingen 'Buitengewoon Agent van Politie' en 'Middle Management', en dat hij bovendien dertig jaar werkervaring had, wat zijn geschiktheid voor de functie zou moeten onderbouwen.

Tijdens de zitting op 20 juni 2022 werd klager bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R.P. Lee, terwijl de verweerder, de Gouverneur van Aruba, werd vertegenwoordigd door mr. Y.F.M. Kaarsbaan. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing niet voldoende gemotiveerd was. Het gerecht stelde vast dat klager wel degelijk relevante werkervaring en opleidingen had die in aanmerking genomen moesten worden. De rechter concludeerde dat het bestreden landsbesluit aan een motiveringsgebrek leed en verklaarde het bezwaar van klager gegrond. Het gerecht vernietigde het landsbesluit en bepaalde dat verweerder binnen drie maanden een nieuwe beslissing moest nemen op het overplaatsingsvoorstel van klager.

Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klager, begroot op Afl. 700,-. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.

Uitspraak

Uitspraak van 5 december 2022
Gaza nr. AUA202200157

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klager],

wonend in Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. R.P. Lee,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij landsbesluit van 10 december 2021 no. 6 (bestreden landsbesluit), door klager ontvangen op 17 januari 2021, heeft verweerder besloten om het voorstel voor interne overplaatsing van klager naar de functie van Magazijnbeheerder bij het Korps Politie Aruba (KPA), af te wijzen.
Hiertegen heeft klager op 21 januari 2022 bij het gerecht bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft op 13 en 15 juni 2022 stukken ingediend.
Klager heeft op 16 en 17 juni 2022 nadere producties ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 20 juni 2022. Klager is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

feiten

1.1
Klager is ambtenaar en is vanaf 14 februari 2003 werkzaam bij de toenmalige subafdeling van het KPA, Guarda Nos Costa (GNC).
1.2
Bij korpsmededeling van 21 december 2020 bericht de korpschef van KPA (korpschef) dat klager, conform advies van de selectiecommissie, per 1 januari 2021 wordt geplaatst in de functie van Magazijnbeheerder, met een proefperiode van zes maanden.
1.3
Op 9 augustus 2021 is klager positief beoordeeld in zijn functioneren over de periode 1 januari 2021 tot en met 1 juli 2021.
1.4
Bij korpsmededeling van 11 augustus 2021 bericht de korpschef dat klager op basis van de opgemaakte beoordeling met betrekking tot zijn functioneren per 1 januari 2021 definitief is geplaatst in de functie van Magazijnbeheerder.
1.5
Bij brief van 8 september 2021 heeft de korpschef voorgesteld om klager intern over te plaatsen van de hoofdafdeling bureau grenspolitie en vreemdelingentoezicht, subafdeling GNC, naar de hoofdafdeling divisie en bedrijfsvoering, subafdeling magazijn, in de functie van Magazijnbeheerder (voorstel).
1.6
Bij het bestreden landsbesluit heeft verweerder besloten om het voorstel af te wijzen. Daarin staat onder meer:
“(…)
dat betrokkene in het bezit is van een MAVO niveau 3;
dat betrokkene niet voldoet aan de opleidingsvereisten van de functie;
(…)”
grondslag bestreden landsbesluit
2. Verweerder heeft het voorstel afgewezen, omdat klager niet in het bezit is van een MBO-diploma en daarom niet aan de opleidingsvereisten voldoet.
bezwaargronden
3. Klager maakt bezwaar tegen de afwijzing – kort gezegd – omdat hij de opleidingen “Buitengewoon Agent van Politie” en “Middle Management” heeft gehaald alsook een module van de cursus “Hoger Management”. Daarnaast heeft hij inmiddels dertig jaar werkervaring en is hij positief beoordeeld in zijn functioneren. Gelet hierop, heeft verweerder ten onrechte het voorstel afgewezen, waardoor klager ernstig in zijn carrière wordt benadeeld.
wettelijk kader
4.1
Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (de Lma) geschieden aanstelling en bevordering, voor zover daaromtrent regelen zijn vastgesteld, overeenkomstig deze regelen. In de Bezoldigingsregeling Aruba 1986 (de Bezoldigingsregeling) zijn de betreffende regels vastgesteld.
4.2
Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Bezoldigingsregeling zijn in de bij die regeling behorende bijlage B benoemings- en bevorderingseisen voor verschillende betrekkingen opgenomen.
4.3
Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Bezoldigingsregeling dient een betrokkene, om in aanmerking te komen voor een benoeming tot ambtenaar, voor een bevordering of voor overgang naar een andere betrekking, aan de in artikel 4, eerste lid, van de Bezoldigingsregeling voor de desbetreffende betrekking bedoelde eisen te voldoen en voorts voor de vervulling van die betrekking geschikt en bekwaam te worden geacht.
beoordeling
5. In geschil is de vraag of verweerder in redelijkheid het voorstel om klager in de functie van Magazijnbeheerder te plaatsen heeft kunnen afwijzen.
6.1
Het gerecht stelt voorop dat een ambtenaar geen recht heeft om overgeplaatst te worden wanneer hij dat vraagt. Net als bij elke andere sollicitatieprocedure zal de betrokken ambtenaar geselecteerd moeten worden om de door hem gewenste vacante functie te kunnen vervullen. De sollicitant moet voldoen aan de functie-eisen.
6.2
Niet in geschil is dat voor de functie Magazijnbeheerder een MBO-diploma vereist is. In dit geval is het voorstel afgewezen, omdat klager niet in het bezit is van een MBO-diploma.
6.3
Vaststaat dat klager in het bezit is van de diploma’s “Middle management” en “Buitengewoon agent van politie” (BOA-opleiding). Gelet hierop is, zonder nadere motivering welke ontbreekt, onbegrijpelijk waarom verweerder, bij de afweging van alle belangen, geen rekening heeft gehouden met de door klager opgedane (ruime) werkervaring in combinatie met zijn opleidingsniveau, welke gebaseerd is op diverse interne overheidsopleidingen, met name de BOA-opleiding die, zoals onbetwist is gesteld, op een MBO-niveau is gewaardeerd. Dit klemt te meer, nu uit het door klager overgelegde beoordelingsformulier blijkt dat hij positief is beoordeeld voor zijn werkzaamheden als Magazijnbeheerder. Het bestreden landsbesluit lijdt gelet hierop aan een motiveringsgebrek en kan daarom niet in stand blijven.
7. Verweerder zal op de hierna te melden wijze in de proceskosten worden verwezen. De proceskostenvergoeding wordt berekend op Afl. 700,- (1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt Afl. 700,-, wegingsfactor 1).

DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar van klager gegrond;
vernietigt het bestreden landsbesluit van 10 december 2021 no. 6;
bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen hierin is overwogen een nieuwe beslissing neemt op het overplaatsingsvoorstel van 8 september 2021 van de korpschef;
veroordeelt verweerder tot betaling van de door klager voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstaand, begroot op Afl. 700,-.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in ambtenarenzaken te Aruba, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 december 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).