Op 5 december 2022 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in de zaak van klager, een ambtenaar werkzaam bij het Korps Politie Aruba (KPA). Klager had bezwaar gemaakt tegen het landsbesluit van 10 december 2021, waarin zijn verzoek tot interne overplaatsing naar de functie van Magazijnbeheerder werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat klager niet in het bezit was van een MBO-diploma, wat volgens de vereisten voor de functie noodzakelijk was. Klager stelde echter dat hij relevante opleidingen had gevolgd, waaronder de opleidingen 'Buitengewoon Agent van Politie' en 'Middle Management', en dat hij bovendien dertig jaar werkervaring had, wat zijn geschiktheid voor de functie zou moeten onderbouwen.
Tijdens de zitting op 20 juni 2022 werd klager bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R.P. Lee, terwijl de verweerder, de Gouverneur van Aruba, werd vertegenwoordigd door mr. Y.F.M. Kaarsbaan. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing niet voldoende gemotiveerd was. Het gerecht stelde vast dat klager wel degelijk relevante werkervaring en opleidingen had die in aanmerking genomen moesten worden. De rechter concludeerde dat het bestreden landsbesluit aan een motiveringsgebrek leed en verklaarde het bezwaar van klager gegrond. Het gerecht vernietigde het landsbesluit en bepaalde dat verweerder binnen drie maanden een nieuwe beslissing moest nemen op het overplaatsingsvoorstel van klager.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klager, begroot op Afl. 700,-. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.