Uitspraak
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
[Klaagster],
DE GOUVERNEUR,
PROCESVERLOOP
- zij op 29 april 2020 mede een niet-essentieel feest heeft georganiseerd en daaraan heeft deelgenomen, waarbij zij de regels van social distancing heeft geschonden;
- zij zich tussen 22:00 uur en 5:00 uur buiten haar woning of verblijfsgelegenheid bevond, omdat zij Merlot Villas niet had geboekt;
- zij zich op 29 april 2020 voor de opkomende dagdienst van 30 april 2020 dubieus ziek heeft gemeld en alcohol heeft genuttigd;
- er sprake was van een collectieve ziektemelding en zij heeft gelogen dat er geen sprake was van een afgesproken ziektemelding;
- zij op 8 mei 2020 aangifte heeft gedaan tegen drie leidinggevenden bij de Landsrecherche wegens huisvredebreuk en vernieling bij Merlot Villas;
- zij van deze aangifte een kopie aan de pers heeft verschaft en hierdoor het Korps Politie Aruba (KPA) in een negatief daglicht heeft gesteld;
- die aangifte niet met de realiteit strookt, nu er geen sprake was van vernieling, zij niet de rechthebbende was van de woning omdat zij de boeking niet had gedaan, en niemand tegen de politieambtenaren heeft gezegd dat ze moesten vertrekken;
- dat het OM bovendien bij brief van 24 juni 2020 klaagster heeft bericht dat de aangifte wegens gebrek aan bewijs wordt geseponeerd;
- zij zich op sociale media (Facebook) en tijdens een interview met de pers negatief heeft geuit, waardoor zij KPA in een negatief daglicht heeft gesteld;
- zij de goede naam van het KPA in diskrediet heeft gebracht door openbaar haar leidinggevenden te beschuldigen van handelingen die zij niet verricht hebben en schade toebrengt aan de rechtsstaat door te vermelden dat dit een politieke vervolging is;
- zij de reeds negatieve situatie verder en ernstig heeft laten escaleren;
- zij zich op 23 maart 2020 openlijk op ongepaste wijze haar ongenoegen heeft geuit over de verdeling van ploegen in verband met covid-actie, waardoor zij het gezag van de leiding ondermijnde;
- zij op 25 maart 2020 een agent in opleiding, die per abuis op haar rustdag op dienst verscheen, op zodanige wijze naar huis stuurde dat deze agent in opleiding zich “als een hond weggestuurd” voelde, en klaagster zich later, nadat de planner de agent in opleiding toch haar werkzaamheden liet hervatten, schreeuwend uitte met de woorden “
- zij op 13 april 2020 op niet respectvolle toon via de groepschat in WhatsApp berichten naar de chef van dienst stuurde nadat zij werd bericht dat zij geen overwerk hoefde te verrichten;
- zij op 14 april 2020 de leidinggevende (planner) via WhatsApp berichtte dat zij niet geïnteresseerd was in flauwe kul en dat zij zal zien of zij aanwezig zal zijn voor een gesprek;
- zij op 15 april 2020 tijdens het gesprek met de leiding, een negatieve houding had, zich vijandig opstelde, de mentor van de agent in opleiding beledigde, en tot de orde moest worden geroepen;
- zij op 2 mei 2020 niet wilde meewerken met het Bureau Integriteit en Veiligheid (BIV), door te weigeren de formulieren (aanzegging toegangsontzegging) in ontvangst te nemen, en te zeggen dat zij geen verklaring zal komen afleggen omdat zij ziek is, en haar uitrusting niet wilde overhandigen.
- klaagster met haar gedragingen heeft bijgedragen aan de daling van respect die burgers tonen tegenover politieagenten en afbreuk heeft gedaan aan het beeld van een betrouwbaar en integer politieambtenaar en integer politiekorps;
- haar gedrag onaanvaardbaar en onacceptabel is;
- zij zich niet heeft gedragen als een goed ambtenaar betaamt;
- zij het vertrouwen dat het KPA in haar moet kunnen stellen ernstig heeft beschaamd, haar positie als leidinggevende onmogelijk heeft gemaakt, en met haar handelen ernstige twijfels heeft doen rijzen over haar integriteit en geschiktheid als politieambtenaar.
- dat zij tijdens de heersende crisisperiode verschillende regels van de calamiteitenverordening (Algemene regeling bestrijding Covid-19 XIV) heeft overtreden;
- dat zij samen met andere collega’s van tevoren gepland had en zich dubieus ziek had gemeld voor de opkomende dienst;
- dat zij bij de Landsrecherche een aangifte heeft ingediend die niet op waarheid berust;
- dat zij als leidinggevende, na het incident bij Merlot Villas, zich op verschillende sociale media op een zeer onprofessionele en onfatsoenlijke wijze heeft geuit met betrekking tot het incident;
- dat zij zich meerdere keren op een zeer onbeschofte wijze gedroeg tegenover haar meerderen en/of ondergeschikten.
BESLISSING
- Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
- In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.