Uitspraak
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
[Klaagster],
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
feiten
1 oktober 2018 te bevorderen naar de rang van hoofdcommies (schaal 10). Daarin staat onder meer:
1 april 2019 te ontheffen uit de functie van financiële medewerker en te plaatsen in de functie van coördinator planning & controle (schaal 10).
1 oktober 2018 in deze functie geplaatst had moeten worden. Klaagster is sinds oktober 2016 belast met werkzaamheden behorende bij deze functie. De aan de (feitelijke) plaatsing verbonden zes maanden proeftijd betreft dus puur een formaliteit. Klaagster beroept zich verder op het gelijkheidsbeginsel en stelt daartoe dat haar collega [collega] wel vanaf de begindatum van de proeftijd in haar nieuwe functie is geplaatst. Klaagster verzoekt daarom het bestreden landsbesluit nietig te verklaren wegens strijdigheid met het beginsel van fair play, het motiverings- en het rechtzekerheidsbeginsel.
1 oktober 2018 tijdelijk is belast met de functie van coördinator planning & controle, met een proeftermijn van zes maanden. Naast de werkzaamheden behorende bij deze functie, bleef zij ook de werkzaamheden van haar oude functie van financiële medewerker verrichten. Pas nadat de proefperiode op 1 april 2019 is verstreken en omdat zij toen beschikte over een positieve beoordeling, kon zij definitief formeel in de functie van coördinator planning & controle worden geplaatst. Voor wat betreft het beroep op het gelijkheidsbeginsel stelt verweerder zich op het standpunt dat in dit geval geen sprake is van gelijke gevallen die gelijk behandeld moeten worden. Anders dan klaagster, heeft
[collega] wel vanaf de begindatum van haar proefperiode de werkzaamheden van haar nieuwe functie volledig uitgevoerd. Klaagsters bezwaar dient daarom ongegrond te worden verklaard, aldus verweerder.
BESLISSING
- Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
- In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.