ECLI:NL:OGAACMB:2022:52

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
7 maart 2022
Publicatiedatum
5 augustus 2022
Zaaknummer
AUA202101138
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevordering van ambtenaar in de luchtvaartsector en de vereisten voor schaalverhoging

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 7 maart 2022 uitspraak gedaan in het beroep van een klager, de Gouverneur van Aruba, die bezwaar had gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar schaal 12. De klager, werkzaam als Vlieginspecteur, had zijn verzoek ingediend na een eerdere afwijzing op 17 februari 2021. De klager stelde dat hij niet voldeed aan de vereiste 3000 vlieguren, maar dat hij in het verleden wel bevorderd was zonder aan deze eis te voldoen. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van de bevordering terecht was, omdat de klager niet voldeed aan de cumulatieve vereisten voor bevordering, waaronder het aantal vlieguren en het bezit van een verkeersvliegbewijs met een zwaardere typebevoegdheid. Het gerecht benadrukte dat bevordering geen recht is, maar een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag, en dat de klager niet kon aantonen dat er bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de vereisten rechtvaardigden. De uitspraak concludeerde dat het bezwaar ongegrond was en dat de klager niet in aanmerking kwam voor bevordering naar schaal 12.

Uitspraak

Uitspraak van 7 maart 2022
Gaza nr. AUA202101138

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van
de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Klager],

wonend in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
gericht tegen:

de Gouverneur van Aruba,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. A.F.J. Caster (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 17 februari 2021 (hierna: de bestreden beschikking) heeft verweerder het verzoek van klager om hem te bevorderen naar schaal 12, afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft klager op 21 april 2021 bezwaar gemaakt bij dit gerecht door indiening van een pro-forma bezwaarschrift. Klager heeft op 9 juni 2021 de gronden waarop zijn bezwaar berust aangevuld.
Op 18 augustus 2021 heeft verweerder een contramemorie ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 17 januari 2022. Klager is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid

1.1
Ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: de La), dient het bezwaarschrift te worden ingediend binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aangevallen beschikking is uitgesproken. Het derde lid van voornoemd artikel van de La bepaalt dat, indien het bezwaar na de daarvoor bepaalde termijn is ingediend, de indiener niet op grond daarvan niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien hij ten genoegen van de rechter aantoont het bezwaar te hebben ingebracht binnen dertig dagen na de dag waarop hij van de aangevallen beschikking heeft kunnen kennis dragen.
1.2
Klager heeft onweersproken gesteld dat hij de bestreden beschikking op 25 maart 2021 heeft ontvangen. Gelet hierop heeft klager zijn bezwaarschrift binnen de in artikel 41, derde lid, van de La bepaalde uiterlijke indieningsdatum ingediend en is hij derhalve ontvankelijk in zijn bezwaar.
De standpunten van partijen
2.1
Klager kan zich niet verenigen met de bestreden beschikking en heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat verweerder hem na de reorganisatie van de Directie Luchtvaart (DLv) met ingang van 1 oktober 2011 horizontaal heeft geplaatst en vervolgens drie keer bevorderd (tot schaal 11) in de functie van vlieginspecteur, terwijl hij niet voldeed aan de vereiste van het hebben voldaan aan 1500 vlieguren, zodat het niet voldoen aan die vereiste hem thans niet kan worden tegengeworpen. Verweerder heeft immers het vertrouwen bij klager opgewekt dat hij in zijn functie zal kunnen doorgroeien. Voorts betoogt klager dat de training voor het ATPL-theorie examen niet is doorgegaan, en dat hem niet kan worden tegengeworpen dat hij de trainingen niet heeft kunnen afronden en het theorie-examen niet heeft behaald. Het bestreden landsbesluit vertoont gebreken en de motivering kan de bestreden beschikking niet dragen, aldus klager. Ter zitting heeft hij te kennen gegeven dat hij 750 vlieguren heeft, en dat hij vóór het bereiken van zijn pensioenleeftijd niet meer zal kunnen voldoen aan de vereiste van 3000 vlieguren.
2.2
Aan de afwijzing heeft verweerder - kort samengevat - ten grondslag gelegd, dat klager conform de bevorderingseisen tenminste 3000 vlieguren dient te hebben volbracht, waarvan tenminste 1000 als gezagvoerder op een luchtvaartuig bestemd voor twee piloten. Voorts heeft klager zijn ATPL-trainingen nog niet afgerond. Ten slotte voldoet klager niet aan het type vliegbevoegdheid, aldus verweerder.
Het geschil
3.1
Ter beantwoording ligt voor de vraag of verweerder op goede gronden heeft geweigerd klager te bevorderen naar schaal 12.
3.2
Bij de beoordeling stelt het gerecht voorop dat bevordering geen recht van de betrokken ambtenaar is noch een automatisme, doch een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag. Dit betekent dat het gebruik van die bevoegdheid door het gerecht slechts terughoudend kan worden getoetst. Bij die toetsing dient het gerecht te beoordelen of verweerder na afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de bestreden beschikking heeft kunnen komen dan wel daarbij anderszins heeft gehandeld in strijd met enige rechtsregel of met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
3.3
Het gerecht neemt verder het volgende in aanmerking.
De feiten
4.1
Klager is ambtenaar in dienst bij DLv in de functie van Vlieginspecteur. De functie is maximaal gewaardeerd op het niveau van schaal 13.
4.2
Klager is laatstelijk bij Landsbesluit van 9 oktober 2018 bevorderd in de functie van Vlieginspecteur 1ste klasse (schaal 10-11) in schaal 11, dienstjaar 1.
4.3
Bij brieven van 3 december 2019 en 13 februari 2020 heeft de directeur DLv voorgesteld om klager met ingang van 1 oktober 2019 te bevorderen naar schaal 12. Daarbij heeft de directeur gesteld dat klager positief wordt beoordeeld, en dat hem niet kan worden tegengeworpen dat hij de vereiste ATP-CPT-training niet heeft kunnen afronden om de ATPL-theorie examen te behalen. Immers, de trainingen werden om verschillende redenen, waaronder ook de jaarlijkse bezuinigingen, telkens verschoven.
4.4
Bij bestreden beschikking van 17 februari 2021 heeft verweerder dit bevorderingsverzoek afgewezen. In de beschikking staat onder meer:
“(…)
In januari jl heeft u in de Verenigde Staten een flight review training afgerond om uw vliegvaardigheid op peil te houden en uw vliegbrevet weer geldig te maken als voorbereiding op de ATP-CPT-training die u moet afronden om uw ATPL-theorie examen te mogen afronden. Volgens het trainingsplan zal u uw ATPL-theorie dit jaar afronden, om vervolgens door te gaan naar uw A320 Type bevoegdheid (…)
Opgemerkt zij dat om bevorderd te worden naar schaal 12 u conform bevorderingseisen tenminste 3000 vlieguren dient te hebben volbracht, waarvan tenminste 1000 als gezagvoerder op een luchtvaartuig bestemd voor twee piloten.
(…)
Het bevorderen van u zonder te voldoen aan de vastgestelde vereisten kan een impact hebben op de kwaliteit van de werkzaamheden vooral aangezien het hier betreft luchtvaartzaken waarbij het Land Aruba verbonden is (om te) voldoen aan de internationale eisen en normen. Gelet hierop wordt voorgesteld dat aan de dienst een redelijke termijn wordt gesteld om u (en eventuele andere collega’s) de vereiste trainingen te laten volgen cq ondergaan. Dit om bv schadeclaims te vermijden of kwaliteitsgevolgen van inspectie werkzaamheden.
(…)
Derhalve is het voorstel/verzoek voor een bevordering naar schaal 12 niet voor inwilliging vatbaar. (…)”
Het wettelijk kader
5.1
Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) geschieden aanstelling en bevordering, voor zover daaromtrent regelen zijn vastgesteld, overeenkomstig deze regelen.
5.2
Bij Landsbesluiten van 27 oktober 2009 no. 1 en van 5 oktober 2012 no. 30 is met ingang van 12 september 2011 de nieuwe DLv ingesteld. Het Landsbesluit van 27 oktober 2009 no. 1 heeft als bijlage de bezoldiging en geschiktheid- en bekwaamheidseisen van de rangen en functies bij de DLv
(hierna: de bevorderingseisen)gevoegd.
5.3
Voor een bevordering naar de rang Vlieg Inspecteur 1ste klasse (schaal 12-13), gelden de volgende vereisten:
II a. HAVO diploma met een opgebouwde HBO werk- en denkniveau;
b. in het bezit van een verkeersvliegbewijs met een zwaardere typebevoegdheid;
c. tenminste 3000 vlieguren, waarvan tenminste 1000 als gezagvoerder op een luchtvaartuig bestemd voor twee piloten;
d. bevorderd tot schaal 13 na twee jaar op grond van een positieve beoordeling.
De beoordeling
6.1
Voornoemde bevorderingseisen zijn cumulatief, zodat de betrokken ambtenaar aan de vereisten onder a, b en c dient te voldoen om te kunnen worden bevorderd naar schaal 12.
6.2
In dit geval staat vast dat klager niet voldoet aan de bevorderingsvereiste van het in het bezit zijn van een verkeersvliegbewijs met een zwaardere typebevoegdheid. Het enkele feit dat door onvoorziene omstandigheden de trainingen niet zijn doorgegaan maakt niet dat klager zou moeten bevorderd, temeer nu verweerder de DLv in de gelegenheid heeft gesteld om klager en eventuele andere collega’s de trainingen te laten volgen.
6.3
Verder is gebleken dat klager evenmin voldoet aan de vereiste van 3000 vlieguren, waarvan tenminste 1000 als gezagvoerder op een luchtvaartuig bestemd voor twee piloten. Klager heeft immers slechts 750 vlieguren volbracht. Dit aantal door klager volbrachte vlieguren (750 uren) is aanzienlijk lager dan het aantal vereiste vlieguren (3000 uren).
De vliegureneis is een harde eis, waarvan slechts in zeer bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken. De omstandigheid dat klager, vanwege zijn leeftijd, niet meer aan de vereiste vlieguren zal kunnen voldoen vóór het bereiken van de pensioenleeftijd is geen bijzondere omstandigheid dat maakt dat klager ondanks het niet voldoen aan de vereiste vlieguren toch zou moeten worden bevorderd. Ook de omstandigheid dat verweerder hem in de functie van Vlieginspecteur heeft geplaatst terwijl hij niet voldeed aan de vereiste van het hebben voldaan aan 1500 vlieguren, is geen bijzondere omstandigheid. Voor de gewenste bevordering geldt immers een vereiste van het dubbele aantal vlieguren dan voorheen.
6.4
Gelet op het bovenstaande is het gerecht van oordeel dat verweerder het verzoek van klager om naar schaal 12 te worden bevorderd in redelijkheid heeft kunnen afwijzen.
7. Dit leidt tot de slotsom dat het bezwaar ongegrond dient te worden verklaard.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken ter zitting van maandag 7 maart 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hoger beroepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hoger beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hoger beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hoger beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.