In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 7 maart 2022 uitspraak gedaan over het bezwaar van de klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen het buiten behandeling stellen van haar bevorderingsverzoek. Klaagster had op 30 oktober 2017 en 16 oktober 2018 verzocht om bevordering naar de rang van Junior Recherche Assistent (schaal 3), maar kreeg op 26 oktober 2021 te horen dat haar verzoek niet behandeld kon worden vanwege een soortgelijke rechtszaak. Klaagster maakte bezwaar tegen deze beslissing op 2 december 2021. Tijdens de zitting op 17 januari 2022 werd de zaak behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
Het Gerecht oordeelde dat het buiten behandeling stellen van het bevorderingsverzoek in strijd was met een eerdere uitspraak van 2 maart 2020, waarin verweerder was opgedragen om binnen drie maanden op het verzoek te beslissen. Klaagster had inmiddels een diploma van buitengewoon agent van politie behaald, wat haar in aanmerking zou moeten laten komen voor bevordering. Het Gerecht verklaarde het bezwaar gegrond, vernietigde de bestreden beschikking en verplichtte verweerder om binnen drie maanden een reële beslissing te nemen op het bevorderingsverzoek van klaagster. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klaagster, begroot op Afl. 1.400,-.