ECLI:NL:OGAACMB:2022:50

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
27 juni 2022
Publicatiedatum
5 augustus 2022
Zaaknummer
AUA202103624
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen tijdelijke andere werkzaamheden in ambtenarenrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 27 juni 2022 uitspraak gedaan over een bezwaar van een ambtenaar, hierna klager genoemd, tegen een e-mailbericht van de HRM-adviseur van het Departamento di Recurso Humano (DRH). Klager had bezwaar gemaakt tegen de mededeling dat hem met ingang van 15 november 2021 tijdelijk andere werkzaamheden zouden worden opgedragen. Klager stelde dat het e-mailbericht een voor bezwaar vatbare beslissing bevatte, maar het gerecht oordeelde dat dit niet het geval was. De HRM-adviseur was niet de bevoegde autoriteit om een dergelijke beslissing te nemen, en het e-mailbericht was slechts een mededeling over een toekomstige beslissing.

Het gerecht overwoog dat het e-mailbericht geen beslissing bevatte die onderworpen was aan bezwaar, zoals bedoeld in artikel 35 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak. De gemachtigde van verweerder verklaarde ter zitting dat er nog een formele beschikking zou volgen. Gezien deze omstandigheden werd het bezwaar van klager niet-ontvankelijk verklaard. De rechter besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak benadrukt het belang van de bevoegdheid van administratieve organen en de noodzaak voor een formele beslissing voordat bezwaar kan worden gemaakt. Klager heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, waarbij specifieke procedures en termijnen in acht moeten worden genomen.

Uitspraak

Uitspraak van 27 juni 2022
Gaza nr. AUA202103624

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klager],

wonend in Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. E. Duijneveld,
gericht tegen:

de minister van Justitie en Sociale Zaken,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Op 27 oktober 2021 heeft op het Departamento di Recurso Humano (DRH) een gesprek met klager plaatsgevonden, waarin klager van de zijde van DRH onder meer te kennen is gegeven dat hem met ingang van 15 november 2021 tijdelijk andere werkzaamheden zullen worden opgedragen.
Bij e-mailbericht van de HRM-adviseur van het DRH van 10 november 2021 is aan klager in reactie op een e-mailbericht van klager onder meer bericht zoals hierna onder 2.1 is vermeld.
Hiertegen heeft klager op 1 december 2021 bezwaar gemaakt bij dit gerecht.
Verweerder heeft op 9 mei 2022 producties per e-mail ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 16 mei 2022. Klager is bijgestaan door zijn gemachtigde verschenen, en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. Ingevolge artikel 35 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) kan een bezwaarschrift worden ingediend ter zake dat beschikkingen, handelingen of weigeringen (om te beschikken of te handelen), ten aanzien van een ambtenaar als zodanig, door een administratief orgaan genomen, verricht of uitgesproken, feitelijk of rechtens met de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften strijden, of dat bij het nemen, verrichten of uitspreken daarvan het administratief orgaan van zijn bevoegdheid kennelijk een ander gebruik heeft gemaakt dan tot de doeleinden waarvoor die bevoegdheid is gegeven.
2.1
In het emailbericht van 10 november 2021 van de HRM-adviseur van het DRH, staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“(…)
Cu e e-mail aki nos ta desea di informa dhr. [klager], cu e aanvang datum werkzaamheden na Bureau Guarda Nos Costa lo ta met ingang di dialuna 15 november 2021, tijdelijk den e function di ploegleider.
(…)”
2.2
Tegen dit e-mailbericht richt zich onderhavig bezwaar.
3. Het gerecht overweegt dat uit de inhoud en strekking van het e-mailbericht niet blijkt dat daarin een door verweerder genomen beslissing is vervat. Het betreft een mededeling van de HRM-adviseur van het DRH, die in deze het bevoegd gezag noch de bevoegde autoriteit is, over een van de zijde van verweerder ophanden zijnde beslissing. Daarbij neemt het gerecht met name in aanmerking dat de gemachtigde van verweerder ter zitting desgevraagd heeft verklaard dat verweerder voornemens is ter zake op grond van artikel 52 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht een beschikking te geven. Onder deze omstandigheden komt aan het bestreden e-mailbericht niet de betekenis toe, die klager daaraan gehecht ziet. Dit betekent dat het e-mailbericht van 10 november 2021 geen voor bezwaar vatbare beslissing of handeling, als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de La, bevat. Hiertegen staat dan ook geen bezwaar bij de ambtenarenrechter open.
4. Het bezwaar zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting 27 juni 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).