ECLI:NL:OGAACMB:2022:45

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
27 juni 2022
Publicatiedatum
5 augustus 2022
Zaaknummer
AUA202103006
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevordering van ambtenaar belast met de leiding van de Hygiënische Dienst

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 27 juni 2022 uitspraak gedaan over het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering naar schaal 13. Klaagster, werkzaam als ambtenaar belast met de leiding van de Hygiënische Dienst, had op 25 oktober 2019 verzocht om bevordering naar schaal 13, maar dit verzoek werd op 1 oktober 2021 afgewezen door verweerder. Klaagster maakte bezwaar tegen deze beslissing, stellende dat haar functie qua inhoud en zwaarte op een hogere schaal gewaardeerd zou moeten worden. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 4 april 2022, waarbij klaagster in persoon verscheen en verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde.

Het gerecht overwoog dat de bevoegdheid van verweerder om ambtenaren te bevorderen discretionair is en dat deze beslissing slechts terughoudend kan worden getoetst. De rechter concludeerde dat de functie van klaagster, die in 2018 was gewaardeerd op schaal 12, niet op goede gronden kon worden herzien naar schaal 13. De rechter stelde vast dat de functie van klaagster, die verantwoordelijk was voor de leiding van de Hygiënische Dienst, niet voldeed aan de criteria voor bevordering naar schaal 13, aangezien de functie al op het maximale niveau van schaal 12 was gewaardeerd. Het bezwaar van klaagster werd ongegrond verklaard.

Ten overvloede merkte het gerecht op dat klaagster de mogelijkheid had om een verzoek in te dienen voor herwaardering van haar functie of om een gratificatie aan te vragen voor extra werkzaamheden als gevolg van de COVID-19 pandemie. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn, ambtenarenrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Uitspraak van 27 juni 2022
Gaza nr. AUA202103006

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klaagster],

wonende in Aruba,
KLAAGSTER,
procederend in persoon,
gericht tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. C.L. Geerman (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 1 oktober 2021 (bestreden beschikking) heeft verweerder afwijzend beslist op het verzoek van klaagster van 25 oktober 2019 om naar schaal 13 te worden bevorderd.
Tegen de bestreden beschikking heeft klaagster op 15 oktober 2021 bezwaar gemaakt (bezwaar).
Verweerder heeft op 29 maart 2022 een contramemorie met producties ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 4 april 2022. Klaagster is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

feiten

1.1
Klaagster is als ambtenaar belast met de leiding van de Hygiënische Dienst, ressorterende onder Directie Volksgezondheid.
1.2
Bij landsbesluit van 30 november 2018 is klaagster met ingang van
1 november 2017 bevorderd naar de rang van referendaris (schaal 12).
1.3
Bij brief van 25 oktober 2019 heeft klaagster verzocht om haar met ingang van
1 november 2019 te bevorderen naar schaal 13 (rang: administrateur).
1.4
Bij de bestreden beschikking heeft verweerder dat verzoek afgewezen.
bestreden beschikking
2. Aan de bestreden beschikking heeft verweerder, voor zover hier van belang, het volgende ten grondslag gelegd:
“(…)
De functie van ambtenaar belast met de leiding van de Hygiënische Dienst bij de Directie Volksgezondheid is naar schaal 12 hergewaardeerd met ingang van 1 november 2017, sindsdien werd de afdeling Foodhandles overgenomen van de Dienst Besmettelijke Ziekten.
De uitgangspunten voor de waardering zijn: het onderlinge verband tussen waardering hoofden van dienst Directie Volksgezondheid t.w. Dienst Besmettelijke Ziekten, Jeugdgezondheidszorg, Sociaal Psychiatrisch Dienst, Gele Koorts en Muskieten Bestrijding worden bezoldigd volgens schaal 12. Het gaat hier om functies met eindverantwoordelijkheid voor toezicht en controle, waarbij beleid en uitvoering binnen en buiten het vakgebied op elkaar afgesteld moeten worden.
De functie van ambtenaar belast met de leiding van de Hygiënische Dienst bij de Directie Volksgezondheid is maximaal gewaardeerd op het niveau van schaal 12.
U heeft met ingang van 1 november 2017 de maximale waardering van de functie bereikt (schaal 12), waardoor u niet bevorderd kan worden.
(…)”.
Ter zitting heeft verweerder hieraan toegevoegd dat klaagster tegen de functiewaardering geen bezwaar kan maken op grond van artikel 35 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La), nu deze op één lijn worden gesteld met besluiten van algemene strekking.
bezwaargronden
3. Aan het bezwaar heeft klaagster ten grondslag gelegd, kort gezegd, dat de functie van ambtenaar belast met de leiding van de Hygiënische Dienst qua inhoud en zwaarte op een hogere schaal dan schaal 12 moet worden gewaardeerd. Onder de Hygiënische Dienst ressorteren namelijk 3 onderafdelingen, te weten de Dienst Warenkeuring, de Sanitaire Inspectie en de Foodhandlers. Sinds juli 2020 is deze functie verzwaard, nu klaagster daarnaast ook de Taskforce Bedrijven moet coördineren. Klaagster geeft leiding aan twintig personen, terwijl sprake is van onderbezetting. Zij houdt toezicht op de naleving van verschillende wetten (waaronder tabak- en begrafeniswetten) en verricht ook beleidswerkzaamheden. De beleidsmedewerkers zijn benoemd in schaal 13 en niet valt in te zien waarom klaagsters functie, die beleids-, toezichts-, handhavings- en leidinggevende taken behelst, maximaal op schaal 12 is gewaardeerd.
wettelijk kader
4.1
Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (de Lma) geschieden aanstelling en bevordering, voor zover daaromtrent regelen zijn vastgesteld, overeenkomstig deze regelen.
4.2
Ingevolge artikel 4 van de Bezoldigingsregeling Aruba (de BRA) dient een ambtenaar om in aanmerking te komen voor een bevordering te voldoen aan de in bijlage B opgenomen bevorderingseisen en voorts voor de vervulling van die betrekking geschikt en bekwaam te worden geacht. Voor een bevordering tot de rang van administrateur (schaal 13) geldt onder meer de voorwaarde dat de betrokken ambtenaar een functie dient te vervullen die de waardering op dat niveau rechtvaardigt.
beoordeling
5. Het gerecht stelt voorop dat de bevoegdheid van verweerder om ambtenaren al dan niet te bevorderen discretionair van karakter is. Dit brengt met zich mee dat het gebruik van die bevoegdheid door het gerecht slechts terughoudend kan worden getoetst. Bij die toetsing dient het gerecht te beoordelen of verweerder na afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de bestreden beslissing heeft kunnen komen dan wel daarbij anderszins heeft gehandeld in strijd met enige rechtsregel of met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
6. In geschil is de vraag of verweerder terecht het verzoek van klaagster om bevorderd te worden naar de rang van administrateur (schaal 13) heeft afgewezen.
7.1
Volgens vaste jurisprudentie van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken, moeten functiewaarderingsbesluiten, mede vanwege hun functie-overstijgend karakter, en de daaraan ten grondslag liggende functie- of organisatiebeschrijvingen op één lijn worden gesteld met besluiten van algemene strekking. Daarom kunnen zij, gelet op het bepaalde in artikel 35, vierde lid van de La, niet door de ambtenarenrechter worden beoordeeld.
7.2
Dit neemt niet weg dat functiewaarderingen mede kunnen worden getoetst bij de beoordeling van een (afwijzende) inschalingsbeslissing. Beoordeeld dient dan te worden of het bevoegde gezag op goede gronden heeft kunnen komen tot de vaststelling van het waarderingsresultaat van de functie en dit resultaat daarom geen onjuiste maatstaf vormt voor het al dan niet toekennen van die concrete schaal.
7.3
Uit de stukken blijkt dat de functie die klaagster bekleedt (ambtenaar belast met de leiding van de Hygiënische Dienst) op 20 juli 2018 opnieuw is gewaardeerd en met ingang van 1 november 2017 is vastgesteld op het niveau van schaal 12, omdat sindsdien de afdeling Foodhandlers overgenomen is van de Dienst Besmettelijke Ziekten. Het uitgangspunt voor deze (nieuwe) waardering is het onderlinge verband tussen de waardering van de functie van de diensthoofden van Directie Volksgezondheid, te weten Dienst Besmettelijke Ziekten, Jeugdgezondheidszorg, Sociaal Psychiatrisch Dienst, Gele Koorts en Muskieten Bestrijding, die worden bezoldigd volgens schaal 12. Daarbij is in aanmerking genomen dat het hier gaat om functies met eindverantwoordelijkheid voor toezicht en controle, waarbij beleid en uitvoering binnen en buiten het vakgebied op elkaar afgesteld moeten worden, zo blijkt uit het functiewaarderingsformulier (productie 10 bij de contramemorie). Uit de stukken blijkt voorts dat deze herwaardering heeft plaatsgevonden (mede) aan de hand van informatie uit functie inventarisatie formulieren (FIF) van 16 juli 2018 (productie 8 bij de contramemorie), aan welke informatie ook klaagster een bijdrage heeft geleverd.
7.4
Naar het oordeel van het gerecht is hieruit niet gebleken dat de vaststelling van de waardering van de functie op het maximum niveau van schaal 12 niet op goede gronden is geschied. Aldus heeft verweerder de juiste maatstaf toegepast voor de beoordeling van het verzoek van klaagster om naar de rang van administrateur in schaal 13 te worden bevorderd. Nu de functie is gewaardeerd op maximaal het niveau van schaal 12 en klaagster dit niveau reeds heeft bereikt, kan zij niet verder worden bevorderd en is het bevorderingsverzoek terecht afgewezen. Het bezwaar is daarom ongegrond.
8. Ten overvloede overweegt het gerecht nog dat het voorgaande niet wegneemt dat indien klaagster vindt dat thans sprake is van een functieverzwaring, het haar vrijstaat om verweerder te verzoeken om de functie (weer) te herwaarderen dan wel een gratificatie te verzoeken wegens de extra verrichte, (al dan niet) tijdelijke werkzaamheden als gevolg van de covid-19 pandemie.
9. Beslist wordt dan als volgt.

DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J. Martijn, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 27 juni 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.