In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 14 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een klager, een leerkracht, en de Minister van Onderwijs en Sport. De klager had bezwaar gemaakt tegen een ministeriële beschikking die hem opdroeg om tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten, namelijk het geven van lessen voor het vak Natuur en Techniek (N&T), terwijl hij zich niet bekwaam achtte om deze lessen te verzorgen. De klager was benoemd als leerkracht scheikunde en had eerder bezwaar gemaakt tegen een vergelijkbare beschikking. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 31 januari 2022, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De rechter overwoog dat de minister op grond van artikel 52 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) bevoegd is om ambtenaren tijdelijk andere werkzaamheden op te dragen. De rechter oordeelde dat de minister voldoende had gemotiveerd dat er een tekort aan N&T leraren was en dat de klager bekwaam was om de opgedragen werkzaamheden te verrichten. Het gerecht concludeerde dat de gevolgen van de beschikking voor de klager niet onevenredig waren in verhouding tot de belangen die gediend werden, namelijk het belang van het onderwijs.
De rechter verklaarde het bezwaar van de klager ongegrond en benadrukte dat de opdracht om andere werkzaamheden te verrichten tijdelijk van aard is en niet herhaaldelijk kan worden verlengd. De uitspraak biedt inzicht in de afwegingen die gemaakt moeten worden bij het tijdelijk opleggen van andere werkzaamheden aan ambtenaren, vooral in situaties van personeelstekorten in het onderwijs.