ECLI:NL:OGAACMB:2022:20
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot treffen van een voorziening bij voorraad in ambtenarenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 14 februari 2022 uitspraak gedaan op het verzoek van een ambtenaar tot het treffen van een voorziening bij voorraad. De verzoeker, vertegenwoordigd door drs. M.L. Hasell, had bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van de Minister van Algemene Zaken, Integriteit, Overheidsorganisatie, Innovatie en Energie, dat zijn verzoek om terug te komen op een disciplinair ontslag had afgewezen. De verzoeker had op 15 november 2021 een verzoek ingediend bij het gerecht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij meende dat de afwijzing van zijn verzoek om terug te komen op het ontslag niet voldoende was gemotiveerd.
Het gerecht heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het verzoek van de ambtenaar om zijn bezoldiging uit te betalen vanaf 1 november 2021, niet kan worden toegewezen. Dit is gebaseerd op het feit dat het eerder genomen ontslagbesluit van 8 maart 2013 in rechte onaantastbaar is geworden. Het gerecht oordeelt dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een heroverweging van het ontslagbesluit rechtvaardigen. De rechter concludeert dat het verzoek van de ambtenaar zodanig verstrekkend is dat het de kaders van de procedure voor een voorziening bij voorraad te buiten gaat. Daarom wordt het verzoek afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze beslissing, zoals bepaald in de Landsverordening ambtenarenrechtspraak.