ECLI:NL:OGAACMB:2022:2

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 januari 2022
Publicatiedatum
4 februari 2022
Zaaknummer
AUA202103093
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad in ambtenarenrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, hebben verzoekers, beiden wonende te Aruba, een verzoek ingediend tot het treffen van een beslissing bij voorraad op basis van artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La). Dit verzoek volgde op de beëindiging van hun terbeschikkingstelling aan de minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling, die op 20 september 2021 plaatsvond bij het aantreden van het Kabinet Wever-Croes II. De verzoekers waren van mening dat de bestreden beslissingen van de minister onterecht waren en vroegen om een spoedvoorziening.

Het procesverloop begon met de indiening van het verzoekschrift op 21 oktober 2021, waarna de op de zaak betrekking hebbende stukken door de verweerder op 3 december 2021 werden ingediend. De behandeling vond plaats op 6 december 2021, waarbij zowel verzoekers als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. De rechter overwoog dat er geen bezwaarschrift was ingediend tegen de bestreden beslissingen, wat noodzakelijk was voor de connexiteit van het verzoek. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift was inmiddels verstreken, waardoor het verzoek niet ontvankelijk werd verklaard.

De rechter concludeerde dat er geen grond was voor het treffen van een voorziening, en wees het verzoek af. Deze beslissing werd gegeven door mr. N.K. Engelbrecht en uitgesproken in raadkamer op 12 januari 2022. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 12 januari 2022
Gaza nr. AUA202103093

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek tot het treffen van een beslissing bij voorraad als bedoeld in
artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:
1.
[Verzoeker sub 1],
2.
[Verzoeker sub 2],
beiden wonende te Aruba,
VERZOEKERS,
procederend in persoon,
gericht tegen:
De minister van Algemene Zaken, Integriteit, Overheidszorg, Innovatie en Energie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij onderscheiden brieven van 13 oktober 2021 (hierna: de bestreden beslissingen) heeft verweerder verzoekers bericht dat hun terbeschikkingstelling aan de minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling op 20 september 2021 van rechtswege is beëindigd bij het aantreden van het Kabinet Wever-Croes II.
Op 21 oktober 2021 hebben verzoekers bij dit gerecht een verzoekschrift ex artikel 94 van de La ingediend.
Op 3 december 2021 heeft verweerder de op de zaak betrekking hebbende stukken ingediend.
Het verzoekschrift is op 6 december 2021 behandeld in raadkamer, alwaar zijn verschenen verzoekers in persoon, en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.

OVERWEGINGEN

1.1
Ingevolge artikel 35, eerste lid van de La kan een bezwaarschrift worden ingediend ter zake dat beschikkingen, handelingen of weigeringen (om te beschikken of te handelen), ten aanzien van een ambtenaar als zodanig, zijn nagelaten betrekkingen of rechtverkrijgenden door een administratief orgaan genomen, verricht of uitgesproken, feitelijk of rechtens met de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften strijden, of dat bij het nemen, verrichten of uitspreken daarvan het administratief orgaan van zijn bevoegdheid kennelijk een ander gebruik heeft gemaakt dan tot de doeleinden waarvoor die bevoegdheid is gegeven.
1.2
Ingevolge artikel 41, eerste lid, van de La wordt het bezwaarschrift ingediend binnen dertig dagen na de dag waarop de aangevallen beschikking of de aangevallen handeling of weigering genomen, verricht of uitgesproken is.
1.3
Ingevolge artikel 94, eerste lid van de La kan een ambtenaar bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan het gerecht in ambtenarenzaken een beslissing bij voorraad vragen in alle gevallen waarin een bezwaarschrift op grond van deze landsverordening kan worden ingediend, doch waarin ter voorkoming van onevenredig nadeel voor de ambtenaar, een onverwijlde voorziening wenselijk is.
Ingevolge het vierde lid, voor zover thans van belang, vervalt de uitspraak op een zodanig verzoekschrift indien niet binnen acht dagen nadien een bezwaarschrift, betreffende de hoofdzaak, bij het gerecht is ingediend.
2.1
Het gerecht overweegt dat tegen de bestreden beslissingen tot en met 12 november 2021 een bezwaarschrift kon worden ingediend. Gebleken is dat verzoekers geen bezwaarschrift bij dit gerecht hebben ingediend. Aldus is niet voldaan aan het vereiste van connexiteit. Weliswaar biedt artikel 84, vierde lid, van de La een verzoeker de mogelijkheid om eerst nadat uitspraak op een verzoek om het treffen van een voorziening bij voorraad is gedaan een bezwaarschrift betreffende de hoofdzaak in te dienen, maar in dit geval is de termijn, waarbinnen bezwaar kon worden gemaakt reeds verstreken. Anders dan verzoekers mogelijk menen, verlengt artikel 94, vierde lid, van de La deze termijn niet. Een nog in te dienen bezwaar zal naar voorlopig oordeel dan ook nietontvankelijk worden verklaard.
2.2
Gelet hierop bestaat geen grond voor het treffen van een voorziening.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken in raadkamer op 12 januari 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.