Uitspraak
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
[Verzoeker],
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
PROCESVERLOOP
BESLISSING
wijsthet verzoek
af.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 31 januari 2022 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een beslissing bij voorraad door de verzoeker, de Gouverneur van Aruba. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een landsbesluit van 28 september 2021, waarin hem de disciplinaire straf van ontslag werd opgelegd. De verzoeker stelde dat hij het bestreden landsbesluit op 8 oktober 2021 had ontvangen en dat hij tot 8 november 2021 de tijd had om bezwaar te maken. Echter, het bezwaarschrift werd pas op 15 november 2021 ingediend, wat buiten de gestelde termijn viel.
De verzoeker voerde aan dat er sprake was van verschoonbare termijnoverschrijding, omdat de dochter van zijn gemachtigde, mr. R.P. Lee, ernstig ziek was. Het gerecht oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, aangezien er andere gemachtigden verbonden aan de vakbond TOPA waren die het bezwaar tijdig hadden kunnen indienen. Bovendien werd er geen verklaring gegeven voor het niet indienen van een pro-forma bezwaarschrift in de periode voordat de dochter van Lee ziek werd.
Het gerecht concludeerde dat er geen aanmerkelijke kans bestond dat het bezwaar in de bezwaarschriftprocedure zou worden gehonoreerd en dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorziening bij voorraad. Het verzoek werd dan ook afgewezen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.