In deze zaak heeft een politieambtenaar, klager, de Regering van Curaçao verzocht om benoeming in de functie van Teamleider Handhaving of Teamleider Noodhulp/Handhaving met de bijbehorende bezoldigingsschaal 9P. Dit verzoek werd gedaan op 25 januari 2021. Na het uitblijven van een beslissing heeft klager op 20 december 2021 bezwaar gemaakt tegen deze weigering. De Regering heeft, ondanks de mogelijkheid, geen contra-memorie ingediend. De behandeling van het bezwaar vond plaats op 11 april 2022, waarbij klager werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. B.L. Lie Atjam.
Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft vastgesteld dat er sprake is van een weigering om te beschikken, aangezien er meer dan tien maanden zijn verstreken sinds het indienen van het verzoek zonder enige beslissing van de Regering. Volgens de jurisprudentie van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken ontstaat een weigering om te beschikken na verloop van vier maanden tot een jaar, afhankelijk van de complexiteit van het verzoek. In dit geval is de termijn ruimschoots overschreden, wat leidt tot de conclusie dat het bezwaar gegrond is.
Het Gerecht heeft de weigering van de Regering om te beslissen vernietigd en de Regering opgedragen om binnen twee maanden na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op het verzoek van klager. Daarnaast is de Regering veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klager, vastgesteld op NAF 350,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Martinez en openbaar uitgesproken op 23 mei 2022. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.