Uitspraak
DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING, MILIEU EN INFRASTRUCTUUR,
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft klager bezwaar aangetekend tegen een brief van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur (VROMI) van 25 februari 2021, waarin hij werd opgeroepen om zich op 1 maart 2021 te melden op de werkplek voor de tijdelijke functie van Hoofdmedewerker Beheer. Klager heeft zich op de werkplek gemeld, maar stelt dat hij dit onder voorbehoud van alle rechten en weren heeft gedaan. Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Sint Maarten heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat klager geen procesbelang meer heeft, aangezien hij aan de oproep heeft voldaan. Het bezwaar gericht tegen de Gouverneur werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet in rechte betrokken was bij de brief waartegen bezwaar werd gemaakt. Het Gerecht concludeert dat de gronden die klager aanvoert met betrekking tot benoeming en terugplaatsing in een functie niet relevant zijn voor het procesbelang, aangezien de brief van VROMI niet betrekking heeft op benoeming of definitieve plaatsing. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 4 oktober 2021. Tegen deze uitspraak is hoger beroep mogelijk.