Uitspraak
1.Aanduiding bestreden besluit
2.Het procesverloop
De beoordeling
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Sint Maarten op 4 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen klager, vertegenwoordigd door mr. S.R. Bommels, en verweerders, vertegenwoordigd door mr. P.A.M. Brandon. Klager had bezwaar aangetekend tegen de mondelinge mededeling van 3 augustus 2020 van het ad interim diensthoofd Immigratie- en Grensbewakingsdienst, waarin klager werd ontheven uit de waarneming van de functie van Hoofd Bedrijfsvoering. Het gerecht heeft vastgesteld dat klager niet in zijn rechtspositie als ambtenaar is geraakt, en heeft het bezwaar om die reden niet-ontvankelijk verklaard.
Het procesverloop begon op 3 september 2020 met de indiening van een pro-forma bezwaarschrift. Klager heeft zijn gronden van bezwaar op 29 oktober 2020 aangevuld, waarna verweerder op 7 januari 2021 een contra-memorie indiende. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 augustus 2021, waarbij klager in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Het gerecht heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een voor bezwaar vatbare beschikking, omdat de Gouverneur niet in rechte was betrokken en de ministeriële beschikkingen niet namens de Gouverneur waren genomen.
De rechter heeft geconcludeerd dat de dienstopdracht om taken behorende bij de eigen functie uit te voeren geen voor bezwaar vatbare beschikking of handelen was. Klager is niet in zijn rechtspositie geraakt, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.