ECLI:NL:OGAACMB:2021:92
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen ontheffing van taken als waarnemend diensthoofd bij de Dienst openbaar onderwijs
In deze zaak heeft klaagster bezwaar ingesteld tegen de Regering van het Land Sint Maarten, naar aanleiding van een brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport van 19 april 2021. In deze brief werd klaagster ontheven van haar taken als waarnemend diensthoofd bij de Dienst openbaar onderwijs. Het bezwaar werd op 10 mei 2021 ingediend bij het Gerecht in Ambtenarenzaken van Sint Maarten, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. R. Kock. De Regering van het Land Sint Maarten werd vertegenwoordigd door mr. C.M.P. van Hees.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2021 hebben beide partijen pleitaantekeningen voorgedragen. Het Gerecht heeft vervolgens geoordeeld dat het bezwaar van klaagster niet-ontvankelijk is, omdat de Regering van het Land Sint Maarten niet in rechte betrokken was bij de brief waartegen bezwaar werd gemaakt. Het Gerecht heeft aangegeven dat er geen wettelijke grondslag is voor de stelling van klaagster dat de Regering in het bezwaar betrokken moest worden.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Ghrib en vond plaats op 18 oktober 2021. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, zoals vermeld in titel IV van de regeling Ambtenarenrechtspraak.