ECLI:NL:OGAACMB:2021:81

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 september 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
AUA202001829
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
  • J.F. Janmaat
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen wijziging disciplinaire sanctie en functieomschrijving van ambtenaar

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 20 september 2021 uitspraak gedaan op het bezwaar van de Gouverneur van Aruba, hierna klaagster, tegen een beschikking van verweerder. De beschikking, gedateerd 13 juli 2020, wijzigde het Landsbesluit van 17 mei 2017, waarin aan klaagster een disciplinaire sanctie was opgelegd. De wijziging betrof de functieomschrijving van klaagster, waarbij 'afdelingshoofd' werd vervangen door 'administratief medewerker'. Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, stellende dat deze in strijd is met het motiveringsbeginsel en het verbod van détournement de pouvoir.

Het Gerecht heeft de zaak behandeld op 8 februari 2021, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. In de overwegingen van de rechter werd gesteld dat de functie en rang van een ambtenaar worden bepaald bij een plaatsings- of bevorderingsbesluit. Aangezien het Landsbesluit van 17 mei 2017 geen dergelijk besluit is, heeft de wijziging van de functieomschrijving geen invloed op de rechtspositie van klaagster. Hierdoor heeft klaagster geen procesbelang bij het bezwaar, wat leidt tot de conclusie dat het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.

De rechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak biedt klaagster de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen voor het indienen van het hogerberoepschrift.

Uitspraak

Uitspraak van 20 september 2021
Gaza nr. AUA202001829

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klaagster],

wonend in Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: mr. E. Duijneveld,
gericht tegen:

de Gouverneur van Aruba,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 13 juli 2020 heeft verweerder het Landsbesluit van 17 mei 2017, waarbij aan klaagster een disciplinaire sanctie is opgelegd, in die zin gewijzigd, dat als functie van klaagster niet wordt vermeld ‘afdelingshoofd’, maar ‘administratief medewerker’.
Op 30 juli 2020 heeft klaagster daartegen bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 februari 2021. Klaagster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Klaagster betoogt dat de beschikking van 13 juli 2020 in strijd is met het motiveringsbeginsel en het verbod van détournement de pouvoir.
2. Verweerder voert het verweer dat het bezwaar van klaagster niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat de wijziging niet van enige inhoudelijke betekenis is voor het geschil dat onder andere naar aanleiding van het Landsbesluit van 17 mei 2017 is ontstaan.
3. Bij de beoordeling stelt de ambtenarenrechter voorop dat de functie en rang van een ambtenaar bepaald worden bij een plaatsings- of bevorderingsbesluit. Het Landsbesluit van 17 mei 2017 is geen plaatsings- of bevorderingsbesluit, waardoor een wijziging van de daarin vermelde functie geen wijziging in de rechtspositie van klaagster met zich brengt. Gelet hierop, heeft klaagster naar het oordeel van de ambtenarenrechter geen belang bij het bezwaar. Dat thans, zoals ter zitting is gesteld, een procedure tot herplaatsing van klaagster loopt, geeft geen grond voor een ander oordeel. Tegen het te nemen herplaatsingsbesluit kan klaagster desgewenst rechtsmiddelen aanwenden. Gelet hierop, zal de ambtenarenrechter het bezwaar wegens het ontbreken van belang daarbij niet-ontvankelijk verklaren.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 september 2021 in aanwezigheid van mr. J.F. Janmaat, griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.