In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 24 mei 2021 uitspraak gedaan over een bezwaar van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen een disciplinaire straf die hem was opgelegd. Klager had op 30 december 2020 een geldboete van Afl. 100,- opgelegd gekregen, waartegen hij op 5 februari 2021 bezwaar maakte. De zaak werd behandeld op 12 april 2021, maar klager verscheen niet op de zitting, ondanks een behoorlijke oproep. Het gerecht oordeelde dat klager niet tijdig bezwaar had gemaakt, aangezien de termijn om bezwaar in te dienen tot 29 januari 2021 liep. Klager had geen bewijs geleverd dat hij de beschikking later had ontvangen of dat hij redelijkerwijs niet in staat was om tijdig bezwaar aan te tekenen. Hierdoor werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De rechter, mr. M. Soffers, gaf aan dat tegen deze uitspraak hoger beroep mogelijk is bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen voor het indienen van het hoger beroep.