In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 24 mei 2021 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen een disciplinaire straf van ontslag. Klager was ambtenaar bij Guarda Nos Costa en werd op 7 mei 2020 veroordeeld voor ambtelijke omkoping en diefstal. De feiten die aan de veroordeling ten grondslag lagen, werden door verweerder terecht gekwalificeerd als ernstig plichtsverzuim. Klager had zich schuldig gemaakt aan het aannemen van steekpenningen en bedrog, wat het vertrouwen in zijn ambt ernstig heeft beschadigd. Verweerder heeft op basis van artikel 83 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht de disciplinaire straf van ontslag opgelegd, met onmiddellijke ingang. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het gerecht oordeelde dat de opgelegde straf in verhouding stond tot het gepleegde plichtsverzuim. De rechter concludeerde dat er geen gronden waren voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het bezwaar ongegrond. Klager kan tegen deze uitspraak in hoger beroep gaan bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken.