In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 31 mei 2021 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, een ambtenaar werkzaam bij de douanedienst, tegen een besluit van de Gouverneur van Aruba. Klager had verzocht om bijzondere vrijstelling van dienst (bvvd) voor deelname aan de Nijmeegse Vierdaagse van 15 tot en met 24 juli 2019. In tegenstelling tot eerdere jaren, waarin klager twaalf dagen bvvd was verleend, besloot de Gouverneur hem slechts vijf dagen bvvd toe te kennen. Klager stelde dat deze beslissing in strijd was met het vertrouwensbeginsel, omdat hem eerder was toegezegd dat hij twaalf dagen bvvd zou ontvangen. Het Gerecht oordeelde dat de minister in 2019 geen duidelijke schriftelijke toezegging had gedaan voor twaalf dagen bvvd, maar dat klager er op mocht vertrouwen dat hij, conform de praktijk van voorgaande jaren, ook in 2019 twaalf dagen zou krijgen. Het Gerecht concludeerde dat de beslissing van de Gouverneur niet in overeenstemming was met het gewekte vertrouwen en verklaarde het bezwaar van klager gegrond. De Gouverneur werd opgedragen om binnen twee maanden een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek van klager om toekenning van bvvd voor de duur van twaalf dagen.