ECLI:NL:OGAACMB:2021:42

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 maart 2021
Publicatiedatum
27 mei 2021
Zaaknummer
AUA202002809
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen het uitblijven van een beslissing op verzoek om bevordering in ambtenarenrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 15 maart 2021 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek om bevordering. Klager had eerder, op 8 november 2016, een verzoek ingediend dat door het gerecht op 10 februari 2020 gegrond was verklaard. Het gerecht had verweerder opgedragen om binnen drie maanden na deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beschikken. Klager diende op 9 november 2020 een bezwaarschrift in, maar het gerecht oordeelde dat dit bezwaar niet-ontvankelijk was. Dit was gebaseerd op artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La), dat bepaalt dat een bezwaarschrift binnen zes maanden na een onherroepelijke uitspraak moet worden ingediend. De uitspraak van 10 februari 2020 was onherroepelijk geworden op 12 maart 2020, waardoor klager zijn bezwaar te laat had ingediend. Het gerecht concludeerde dat er geen grondslag was voor het betoog van klager dat de uitspraak pas onherroepelijk was geworden nadat de termijn voor het geven van een beschikking was verstreken. De rechter verklaarde het bezwaar van klager niet-ontvankelijk en gaf instructies voor het indienen van een hoger beroep, mocht klager dat wensen.

Uitspraak

Uitspraak van 15 maart 2021
Gaza nr. AUA202002809

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaarschrift ex artikel 96 van de
Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Klager],

wonende te Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van 10 februari 2020 van dit gerecht (Gaza nr. AUA201703370) heeft het gerecht het bezwaar van klager tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek van 8 november 2016 om een bevordering gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beschikken.
Klager heeft op 9 november 2020 een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 februari 2021. Klager is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid

1.1
Ingevolge artikel 96, eerste lid van de La, is de ambtenaar bevoegd deswege een bezwaarschrift bij het gerecht in te dienen, indien - voor zover van belang - aan bij onherroepelijk geworden rechterlijke beslissing opgelegde veroordeling niet of niet volledig gevolg wordt gegeven.
Ingevolge het tweede lid wordt het bezwaar ingediend, voor wat de beslissing in eerste aanleg betreft, binnen zes maanden, nadat zij onherroepelijk is geworden.
Ingevolge het derde lid veroordeelt het gerecht, indien het bezwaar gegrond bevonden wordt, het betrokken lichaam tot vergoeding en stelt, met inachtneming van alle omstandigheden, het bedrag der schadevergoeding bij de beslissing vast.
1.2
Ingevolge artikel 98, eerste lid, voor zover thans van belang, wordt het hoger beroep ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij ter handstelling op het ontvangbewijs wordt vermeld.
1.3
Tegen de uitspraak van 10 februari 2020 zijn geen rechtsmiddelen aangewend. Uit het dossier valt voorts af te leiden dat de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak aan partijen op 10 februari 2020 is geschied. Dat brengt met zich dat gelet op artikel 98, eerste lid, van de La, de uitspraak van 10 februari 2020 op 12 maart 2020 onherroepelijk is geworden. Voor het betoog van klager dat de uitspraak van 10 februari 2020 eerst onherroepelijk is geworden nadat de termijn, waarbinnen verweerder daarbij is opgedragen een beschikking te geven, is verstreken, biedt de La geen grondslag. Klager heeft het bezwaar ingediend op 9 november 2020, derhalve niet binnen de daarvoor in artikel 96, tweede lid, van de La gestelde termijn.
1.4
Het bezwaar is niet-ontvankelijk.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 15 maart 2021, in tegenwoordigheid van de griffier
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.