In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 15 maart 2021 uitspraak gedaan op het bezwaar van de Gouverneur van Aruba, hierna klager genoemd, tegen de besluiten van verweerder met betrekking tot zijn interne overplaatsingen en de waardering van zijn functie. Klager, vertegenwoordigd door mr. L.A. Hernandis, heeft bezwaar gemaakt tegen de Landsbesluiten van 10 augustus 2020, waarin zijn ontheffing uit de functie van archiefbeheerder en de daaropvolgende interne overplaatsingen zijn vastgelegd. Klager stelt dat hij ernstig in zijn carrière wordt benadeeld door deze besluiten en dat de waardering van zijn functie als facilitaire medewerker onterecht is vastgesteld op schaal 4, terwijl hij meent dat deze op schaal 7 zou moeten zijn gewaardeerd. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 30 november 2020, waarbij klager zijn standpunt heeft toegelicht.
Het Gerecht heeft overwogen dat klager de functies zoals vermeld in de bestreden Landsbesluiten daadwerkelijk heeft vervuld en dat de vastlegging van zijn loopbaanverloop geen vernietigbare beslissing inhoudt. Wat betreft de waardering van de functie van facilitaire medewerker, heeft het Gerecht geoordeeld dat functiewaarderingsbesluiten niet door de ambtenarenrechter kunnen worden beoordeeld, en dat de waardering van de functie vanaf de datum van vrijstelling van dienst geen invloed heeft op klagers verdere carrière. Het Gerecht concludeert dat verweerder op goede gronden heeft besloten en verklaart het bezwaar van klager ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en kan door beide partijen in hoger beroep worden aangevochten.