In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 3 mei 2021 uitspraak gedaan over de stopzetting en terugvordering van een persoonlijke toelage van 15% die aan klager was toegekend. Klager, werkzaam als senior binnendienst medewerker bij de Dienst Landmeetkunde en Vastgoedregistratie, ontving deze toelage in verband met extra werkzaamheden. De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu, verweerder in deze zaak, heeft op 26 februari 2020 besloten de toelage met ingang van 1 november 2019 stop te zetten en de te veel ontvangen toelage over de periode van 1 november 2017 tot 1 november 2019 terug te vorderen. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het gerecht heeft geoordeeld dat klager wist of redelijkerwijs had moeten weten dat hij ten onrechte de toelage ontving. Het gerecht heeft vastgesteld dat de werkzaamheden waarvoor de toelage was toegekend, niet meer werden verricht na de kabinetswisseling in november 2017. Klager heeft niet kunnen aantonen dat hij nog extra werkzaamheden verrichtte die rechtvaardigden dat hij de toelage bleef ontvangen. De terugvordering is binnen de wettelijke termijn van twee jaar aangekondigd, waardoor het gerecht oordeelt dat verweerder niet in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel heeft gehandeld. Het bezwaar van klager is ongegrond verklaard.