In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan over het ontslag van een ambtenaar, klager, die in dienst was bij de Directie Scheepvaart. Klager was ontslagen op grond van het willekeurig verbreken van zijn dienstverband, zoals vastgesteld door de Gouverneur van Aruba. Het ontslag ging in op 24 september 2020, na een reeks van dienstinstructies die klager niet had opgevolgd. Klager had bezwaar gemaakt tegen het ontslag, stellende dat hij sinds 1 april 2011 arbeidsongeschikt was en dat verweerder had verzuimd om hem te herkeuren. Het gerecht oordeelde dat klager niet aan de dienstinstructies had voldaan en dat de gevolgen van zijn keuze om niet te verschijnen voor zijn rekening kwamen. Het gerecht concludeerde dat het ontslag terecht was verleend, omdat klager zijn dienstverband willekeurig had verbroken. De uitspraak werd gedaan op 22 maart 2021, waarbij het bezwaar van klager ongegrond werd verklaard.