4.5Bij bestreden Landsbesluit is aan klager de disciplinaire straf van gedeeltelijke inhouding van inkomen ter grootte van Afl. 1.000,-opgelegd. In dat bestreden besluit staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“(…) dat betrokkene middels de brief van 11 maart 2020 (DRH/26Geh) van het bevoegd gezag in de gelegenheid is gesteld om zich ten aanzien van het hem verweten gedrag te verantwoorden;
dat betrokkene van deze gelegenheid geen gebruik heeft gemaakt;
dat uit dossieronderzoek is gebleken dat betrokkene in het verleden zich meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim, waardoor aan hem diverse disciplinaire straffen zijn opgelegd (…);
dat zulke gedragingen als hierboven omschreven worden niet geaccepteerd noch getolereerd;
dat betrokkene juist heeft gedaan wat hij als bewakingsambtenaar dient te bestrijden;
dat de functie van bewakings- en beveiligingsambtenaar een bijzondere verantwoordelijkheid me zich meebrengt waardoor de verwijtbare handeling van betrokkene, het wegnemen van voorwerpen van het terrein dat hij juist behoort te bewaken, hem verzwaard kan worden aangerekend;
dat betrokkene zich niet heeft gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt en heeft gedurende zijn werktijd zich beziggehouden met het behartigen van zijn eigen particuliere belangen;
dat betrokkene derhalve in strijd heeft gehandeld met de artikelen 47 lid 1 en 49 lid 2 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht;
dat geconcludeerd mag worden dat betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim in de zin van artikel 82 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht; (…)”.
5. Ingevolge artikel 47, eerste lid van de Lma, is de ambtenaar gehouden de plichten uit zijn ambt voortvloeiende nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.
Voor zover hier van belang is ingevolge artikel 49, eerste en tweede leden van de Lma, de ambtenaar verplicht de gehele voor hem voorgeschreven werktijd aan de zaken van de overheid te wijden, en is het de ambtenaar verboden gedurende de voorgeschreven werktijd zich bezig te houden met de behartiging van particuliere belangen van zichzelf of van derden.
Ingevolge artikel 82, eerste lid van de Lma, kan de ambtenaar, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, deswege door het bevoegde gezag disciplinair worden gestraft.
Ingevolge artikel 83, eerste lid, aanhef en onder d, van de Lma, is de disciplinaire straf, welke kan worden toegepast, inhouding, geheel of gedeeltelijk, van inkomen. Ingevolge het tweede lid en onder c van dit artikel, geschiedt de inhouding van inkomen tot een bedrag van ten hoogste een maand inkomen.
6. Om plichtsverzuim te kunnen aannemen moet op basis van de beschikbare, deugdelijk vastgestelde, gegevens de overtuiging zijn verkregen dat de betrokken ambtenaar zich aan de hem verweten gedraging daadwerkelijk heeft schuldig gemaakt.
7. Verweerder heeft zijn conclusie dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim gegrond op de bevindingen van een onderzoek uitgevoerd door het CEA. Klager wordt kennelijk verweten dat hij tijdens zijn avonddienst op 3 november 2019 zijn persoonlijke auto heeft gewassen, en een op een bezem lijkend object en twee zakken in zijn auto legde.