4.8In de bestreden beschikking van 3 september 2019 heeft verweerder, gelezen de verzoeken van klager van 29 juni 2011, 8 maart 2012, 2 september 2012 en 20 augustus 2014, inzake bevordering naar schalen 10 en 11, het volgende overwogen:
“(…)
dat betrokkene met ingang van 1 november 2009 geplaatst is in de functie van manager Informatisering en Automatisering bij de Griffie der Staten;
dat de functie van manager Informatisering en Automatisering zowel in het oude goedgekeurde formatierapport als in het nieuwe goedgekeurde formatierapport op het maximale niveau van schaal 13 is gewaardeerd;
dat betrokkene met ingang van 1 november 2009 twee jaar dienstanciënniteit dient te volbrengen in de functie van manager Informatisering en Automatisering;
dat het functioneren van betrokkene een bevordering naar de rang van hoofdcommies (schaal 10) en hoofdcommies 1ste klasse (schaal 11) rechtvaardigt;
dat betrokkene met ingang van 1 november 2011 in aanmerking komt voor een bevordering naar de rang van hoofdcommies (schaal 10);
dat aan betrokkene met ingang van 1 februari 2012 één maandgratificatie kan worden toegekend in verband met het behalen van een voor de dienst belangrijk vakdiploma;
dat betrokkene met ingang van 1 november 2013 in aanmerking komt voor een bevordering naar schaal 11;
dat betrokkene voor het overige voldoet aan de bevorderingseisen;
(…)”.
5.1.1Ingevolge artikel 13, eerst lid van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) geschieden aanstelling en bevordering, voor zover daaromtrent regelen zijn vastgesteld, overeenkomstig deze regelen.
5.1.2Ingevolge artikel 24, zesde lid van de Lma wordt ingeval overgang geschiedt naar een betrekking, aan welke een hogere eindbezoldiging is verbonden, de bezoldiging toegekend, welke onmiddellijk gelegen is boven het bedrag, laatstelijk in de lagere rang aan bezoldiging genoten.
5.2.1Ingevolge artikel 4, tweede lid van de Bezoldigingsregeling Aruba 1986 (BRA), dient de ambtenaar om in aanmerking te kunnen komen voor een bevordering, aan de voor de desbetreffende betrekking bedoelde eisen te voldoen en voorts voor de vervulling van die betrekking geschikt en bekwaam (de beoordelingsvereiste) te worden geacht.
5.2.2Voor een bevordering naar de rang van hoofdcommies (schaal 10) is vereist dat de betrokkene een functie bekleedt, welke een waardering op het niveau van hoofdcommies rechtvaardigt (de functiewaarderingsvereiste) en reeds ten minste twee jaar dienst in de rang van commies 1ste klasse heeft volbracht (de anciënniteitsvereiste).
5.2.3Voor een bevordering naar de rang van hoofdcommies 1ste klasse (schaal 11) geldt als vereisten dat de betrokkene een functie bekleedt, welke een waardering op het niveau van hoofdcommies 1ste klasse rechtvaardigt en reeds ten minste twee jaar dienst in de rang van hoofdcommies heeft volbracht.