In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 15 december 2021 uitspraak gedaan over het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen een besluit van verweerder met betrekking tot haar bevordering. Klaagster, werkzaam als douaneambtenaar, had bezwaar gemaakt tegen het Landsbesluit van 8 februari 2021, waarin werd besloten haar bevordering naar de rang van kommies der invoerrechten en accijnzen 1ste klasse (schaal 5) uit te stellen tot 1 januari 2018. Klaagster stelde dat zij, ondanks een periode van arbeidsongeschiktheid, voldeed aan de vereisten voor bevordering en dat de bestreden beschikking in strijd was met verschillende rechtsbeginselen.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift tijdig had ingediend, ondanks dat dit na de reguliere termijn was gebeurd. De rechter oordeelde dat klaagster aan de vereisten voor bevordering voldeed, aangezien zij positief was beoordeeld in de relevante beoordelingsperiode. De rechter heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover deze de ingangsdatum van de bevordering betreft en verweerder gelast om binnen twee maanden een nieuwe beslissing te nemen over de bevordering van klaagster, met inachtneming van de uitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van ambtenaren en de noodzaak om de belangen van de betrokken partijen in overweging te nemen. Het gerecht heeft ook de proceskosten aan verweerder opgelegd, die klaagster dient te vergoeden. Deze uitspraak biedt inzicht in de toepassing van het ambtenarenrecht en de rechtsbescherming van ambtenaren in Aruba.