In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een bezwaar van de Gouverneur van Aruba tegen een besluit van 21 januari 2021. Klaagster, een douaneambtenaar, had bezwaar gemaakt tegen de vertraging van haar bevordering naar de rang van kommies der invoerrechten en accijnzen 1ste klasse A (schaal 6) vanwege een periode van arbeidsongeschiktheid van 147 dagen in de beoordelingsperiode van 1 februari 2013 tot 1 februari 2020. Klaagster stelde dat zij ondanks deze periode positief was beoordeeld en dat de bestreden beschikking in strijd was met verschillende rechtsbeginselen. Het gerecht oordeelde dat klaagster ontvankelijk was in haar bezwaar, omdat zij tijdig kennis had genomen van de bestreden beschikking. Het gerecht concludeerde dat klaagster voldeed aan de vereisten voor bevordering en dat de vertraging van haar bevordering niet gerechtvaardigd was. De bestreden beschikking werd vernietigd en verweerder werd gelast om binnen twee maanden een nieuwe beslissing te nemen over de ingangsdatum van de bevordering. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klaagster.