In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 29 november 2021 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar hogere schalen. Klager, vertegenwoordigd door mr. R.P. Lee, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 7 december 2020, waarin zijn verzoeken om bevordering naar schalen 3, 4, 6 en 7 werden afgewezen. De klager stelde dat hij na een dienstanciënniteit van meer dan 13 jaar recht had op bevordering, maar het gerecht oordeelde dat de afwijzing op goede gronden was gebaseerd. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. C.L. Geerman, had aangevoerd dat klager niet voldeed aan de vereiste van een gunstige beoordeling, aangezien hij gedurende een lange periode arbeidsongeschikt was geweest en zijn functioneren niet kon worden beoordeeld. Het gerecht bevestigde dat bevordering geen recht is, maar een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag, en dat de afwijzing van klagers verzoeken rechtmatig was. Het bezwaar van klager werd ongegrond verklaard.