ECLI:NL:OGAACMB:2021:115

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
AUA202102508
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad in ambtenarenrechtelijke overplaatsing

Op 18 oktober 2021 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een ambtenaar, een verzoek indiende tot het treffen van een voorziening bij voorraad. Dit verzoek was gericht tegen de beslissing van de directeur van het Departamento Recurso Humano, die verzoekster had overgeplaatst naar een functie bij het Bureau Rampenbestrijding. Verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen deze plaatsing en verzocht om schorsing van de beslissing. Tijdens de zitting op 1 september 2021 werd het verzoek behandeld, waarbij zowel verzoekster als haar advocaat aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder. Verweerder betoogde dat de wijziging van de functie van verzoekster berustte op een administratieve fout en dat deze wijziging was doorgevoerd op basis van een ministeriële beschikking. De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien de toezegging van verweerder dat verzoekster niet zou worden opgeroepen voor de werkzaamheden in de nieuwe functie, er geen sprake was van onevenredig nadeel voor verzoekster. Daarom werd het verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad afgewezen. De uitspraak werd gedaan door rechter N.K. Engelbrecht en er staat geen voorziening open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 18 oktober 2021
Gaza nr. AUA202102508

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad als bedoeld in
artikel 94 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Verzoekster],

wonend te Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. C.F.K.J. Lejuez,
tegen:

DE MINISTER VAN TOERSIME, VOLKSGEZONDHEID EN SPORT en

DE DIRECTEUR DEPARTAMENTO RECURSO HUMANO,
zetelend te Aruba,
VERWEERDER, hierna ook te noemen: de minister en de directeur DRH,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 5 juli 2021 (AUA202100409) is de beschikking van 18 januari 2021, waarbij de directeur DRH verzoekster heeft geïnstrueerd om tijdelijk als intaker bij het crisisteam werkzaam te zijn bij de Directie Volksgezondheid, vernietigd.
Op de loonstrook van juli 2021 van verzoekster staat vermeld dat zij zonder functie in de overtolligheidspool zit. Op de loonstrook van augustus 2021 staat vermeld dat verzoekster bij het Bureau Rampenbestrijding werkzaam is in de functie van medewerker taskforce.
Tegen haar kennelijke plaatsing bij het Bureau Rampenbestrijding heeft verzoekster op 31 augustus 2021 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Bij verzoekschrift van 31 augustus 2021 heeft zij verzocht de kennelijke plaatsing in een nieuwe functie, te schorsen. Tevens heeft zij een ordemaatregel verzocht.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 1 september 2021, alwaar zijn verschenen verzoeker in persoon, bijgestaan door haar advocaat, en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
Hierna is verweerder in de gelegenheid gesteld zich ter zitting van 13 september 2021 bij akte uit te laten, waarop verzoekster ter zitting van 20 september 2021 schriftelijk heeft gereageerd.
Hierna is uitspraak bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 94, eerste lid, van de La kan een ambtenaar bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan het gerecht in ambtenarenzaken een beslissing bij voorraad vragen in alle gevallen waarin een bezwaarschrift op grond van deze landsverordening kan worden ingediend, doch waarin ter voorkoming van onevenredig nadeel voor de ambtenaar, een onverwijlde voorziening wenselijk is.
2.Ter beantwoording ligt voor de vraag of in deze ter voorkoming van onevenredig nadeel voor verzoekster, een onverwijlde voorziening wenselijk is, in die zin dat de beslissing van verweerder om verzoekster over te plaatsen naar het Bureau Rampenbestrijding in de functie van medewerker taskforce, moet worden geschorst.
3. Verweerder heeft ter zitting betoogd, dat de wijziging van de functie van klaagster, zoals blijkt uit haar loonstrook van augustus 2021, berust op een administratieve fout. Deze wijziging is doorgevoerd ter uitvoering van een ministeriële beschikking van de minister van Algemene zaken, Integriteit, Overheidszorg, Innovatie en Energie, van 1 juli 2021, waarbij verzoekster vanaf 24 januari 2021 tot en met 31 december 2021 tijdelijk is geplaatst bij het Bureau Rampenbestrijding. Nu dit besluit is genomen voor de uitspraak van dit gerecht van 5 juli 2021, zal verweerder conform die uitspraak handelen en verzoekster niet oproepen om de werkzaamheden bij het Bureau Rampenbestrijding te komen verrichten, aldus verweerder.
3. Gelet op deze onvoorwaardelijke toezegging van verweerder, dat verzoekster niet zal worden opgeroepen om de werkzaamheden in de functie van medewerker taskforce te verrichten omdat sprake is van een fout, is de voorzieningenrechter van oordeel dat er geen sprake is van onevenredig nadeel voor verzoekster dat noopt tot een onverwijlde voorziening.
4. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het verzoek zal worden afgewezen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
-wijst het verzoek af.
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken ter zitting van maandag 18 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen voorziening open.