In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 26 oktober 2020 uitspraak gedaan op het bezwaarschrift van klager, de Gouverneur van Aruba, die schadevergoeding verzocht op basis van artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La). Klager, vertegenwoordigd door mr. F. Ras, had eerder een verzoek ingediend om bevorderd te worden naar de rang van onderinspecteur eerste klasse bij het Korps Politie Aruba (KPA). Dit verzoek was gedaan op 12 juni 2018, maar verweerder had geen beslissing genomen, ondanks een eerdere uitspraak van het gerecht op 2 maart 2020 die verweerder opdroeg om binnen drie maanden op het verzoek te beslissen.
Klager diende op 19 juni 2020 een bezwaarschrift in omdat verweerder geen gevolg had gegeven aan de eerdere uitspraak. Tijdens de zitting op 14 september 2020 werd de zaak behandeld, waarbij klager en zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. C.L. Geerman. Het gerecht oordeelde dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend, maar dat verweerder nog geen beslissing had genomen op het verzoek van klager. Het gerecht stelde vast dat het verzoek om schadevergoeding niet kon worden toegewezen, omdat nog niet was vastgesteld dat klager daadwerkelijk schade had geleden.
De rechter concludeerde dat het bezwaar ongegrond was en dat verweerder, hoewel hij nog niet had beslist op het verzoek van klager, wel gehouden was om dit alsnog te doen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen, ambtenarenrechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Beide partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken binnen dertig dagen na de uitspraak.