In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 12 oktober 2020 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van de Gouverneur van Aruba, ingediend door klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.F. Falconi. Het bezwaarschrift was gericht tegen het uitblijven van een beslissing op een verzoek tot opheffing van een schorsing, opgelegd bij landsbesluit van 2 augustus 2017. Klaagster had eerder, op 2 september 2019, een uitspraak verkregen waarin het gerecht verweerder opdroeg om binnen drie maanden schriftelijk te beslissen op haar verzoek van 4 december 2018. Aangezien verweerder geen gevolg had gegeven aan deze uitspraak, diende klaagster een bezwaarschrift in op 20 december 2019.
Tijdens de zitting op 31 augustus 2020 werd de zaak behandeld, waarbij zowel klaagster als verweerder vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Het gerecht overwoog dat, volgens artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak, een ambtenaar een bezwaarschrift kan indienen indien niet of niet volledig gevolg is gegeven aan een rechterlijke beslissing. Het gerecht concludeerde echter dat het verzoek om schadevergoeding niet kon worden toegewezen, omdat nog niet vaststond dat klaagster schade had geleden. De rechter benadrukte dat verweerder, ondanks de ongegrondverklaring van het bezwaar, nog steeds verplicht was om op het verzoek van klaagster te beslissen.
De uitspraak eindigde met de beslissing dat het bezwaar ongegrond werd verklaard. Beide partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen voor het indienen van het hogerberoepschrift.