4.3Volgens de tabel voor de bewakings- en beveiligingsambtenaren gelden voor een bevordering naar beveiligingsbeambte (schaal 5) de volgende vereisten:
A. beveiligingsbeambte (schaal 5)
a. als onder I.C;
b. de dienstopleiding voor beveiligingsbeambte met goed gevolg hebben afgerond of een ten minste daaraan gelijkwaardige opleiding;
c. bevordering op grond van de door betrokkene beklede functie, welke functie o.m. toezichthoudend werk behelst (werkleider) en voor een groot deel beveiligingstaken omvat, met dien verstande dat de betrokkene reeds 4 jaar dienst in de rang van bewakingsbeambte 1ste klasse moet hebben volbracht;
d. vacature;
of
e. als onder I.C;
f. bevordering op grond van de door de betrokkene beklede functie, welke functie o.m. toezichthoudend werk behelst (werkleider) en voor een groot deel beveiligingstaken omvat, met dien verstande dat de betrokkene reeds ten minste 12 jaar dienst in de rang van bewakingsbeambte 1ste klasse moet hebben volbracht;
g. vacature.
Voor een bevordering naar beveiligingsbeambte 1ste klasse (schaal 6) gelden de volgende vereisten:
B. beveiligingsbeambte 1ste klasse (schaal 6)
a. als onder II.A, letters a, b en c;
b. bevordering op grond van de door de betrokkene beklede functie, welke functie een waardering op het niveau van beveiligingsbeambte 1ste klasse rechtvaardigt en voorts met dien verstande dat de betrokkene reeds 3 jaar dienst in de rang van beveiligingsbeambte moet hebben volbracht;
c. vacature;
of
d. een jaar diensttijd na het bereiken van de voorlaatste periodiek in de schaal van beveiligingsbeambte;
e. vacature;
f. gunstige beoordeling.
Onder I.C wordt bedoeld:
C. bewakingsbeambte 1ste klasse (schaal 4)
a. als onder B, letter a;
b. ten minste 4 jaar dienst in de rang van bewakingsbeambte;
c. gunstige beoordeling;
d. vacature.
5. Het gerecht stelt voorop dat de bevoegdheid van verweerder om ambtenaren al dan niet te bevorderen discretionair van karakter is. Dit brengt met zich dat het gebruik van die bevoegdheid door het gerecht slechts terughoudend kan worden getoetst. Bij die toetsing dient het gerecht te beoordelen of verweerder na afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de bestreden beschikking heeft kunnen komen dan wel daarbij anderszins heeft gehandeld in strijd met enige rechtsregel of met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.