ECLI:NL:OGAACMB:2020:76

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
21 september 2020
Publicatiedatum
14 oktober 2020
Zaaknummer
AUA201903725
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen afwijzing plaatsingsverzoek Inningscontroleur

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 21 september 2020 uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen de afwijzing van haar verzoek om aangesteld te worden in de functie van Inningscontroleur. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat klaagster niet voldeed aan de opleidingsvereiste van een MBO-4 diploma. Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, stellende dat de vereiste kwalificatie niet correct was geïnterpreteerd en dat zij wel degelijk over het benodigde werk- en denkniveau beschikte.

Het proces begon met een Landsbesluit van 25 september 2019, waarna klaagster op 28 oktober 2019 bezwaar indiende. De zitting vond plaats op 15 juni 2020, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. E. Duijneveld, en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Jansen. Tijdens de zitting heeft klaagster aanvullende stukken ingediend, waar verweerder op reageerde.

De rechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift na de termijn had ingediend, maar dat zij aannemelijk had gemaakt dat zij tijdig op de hoogte was gesteld van de afwijzing. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van het verzoek onvoldoende was gemotiveerd, omdat niet was onderzocht of klaagster voldeed aan de vereiste MBO-4 werk- of denkniveau. Uiteindelijk verklaarde het gerecht het bezwaar gegrond, vernietigde het bestreden Landsbesluit en droeg verweerder op om binnen twee maanden opnieuw op het verzoek van klaagster te beslissen.

Uitspraak

Uitspraak van 21 september 2020
Gaza nr. AUA201903725

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[klaagster],

wonend te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: mr. E. Duijneveld,
gericht tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij Landsbesluit van 25 september 2019 (hierna: de bestreden beslissing) heeft verweerder het verzoek van klaagster om te worden aangesteld in de functie van Inningscontroleur, afgewezen.
Op 28 oktober 2019 heeft klaagster daartegen bezwaar gemaakt.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 juni 2020. Klaagster is verschenen bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
Desgevraagd heeft klager op 16 juni 2020 nadere stukken ingediend.
Verweerder heeft zich bij emailbericht van 6 juli 2020 hierover uitgelaten.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid

1.1
Ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: La), dient het bezwaarschrift te worden ingediend binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aangevallen beschikking is uitgesproken.
Het derde lid van dit artikel bepaalt dat, indien het bezwaar na de daarvoor bepaalde termijn is ingediend, de indiener niet op grond daarvan niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien hij ten genoegen van de rechter aantoont het bezwaar te hebben ingebracht binnen dertig dagen na de dag waarop hij van de aangevallen beschikking kennis heeft kunnen dragen.
1.2
Klaagster heeft haar bezwaarschrift na het verstrijken van de in artikel 41, eerste lid, van de La gestelde termijn ingediend. Zij heeft echter onweersproken aangevoerd dat zij het bestreden Landsbesluit op 8 oktober 2019 heeft ontvangen. Het tegendeel blijkt ook niet uit de gedingstukken. Dit betekent dat moet worden aangenomen dat het bezwaar is ingediend binnen de in artikel 41, derde lid, van de La gestelde termijn. Klaagster is ontvankelijk in haar bezwaar.
De feiten
2.1
Klaagster is ambtenaar en werkzaam bij het Hulpbestuurskantoor (HBK) Savaneta, in de functie van Medewerker/kassière.
2.2
Bij brief van 25 september 2018 heeft de chef van het HBK Savaneta verzocht om klaagster te plaatsen in de functie van Inningscontroleur.
2.3
Bij de bestreden beslissing heeft verweerder het verzoek afgewezen omdat klaagster niet voldoet aan de vastgestelde opleidingseis van ten minste een MBO-4 diploma.
Het bezwaar
Klaagster kan zich niet verenigen met de bestreden beslissing en heeft zich op het standpunt gesteld, dat de bestreden beslissing in strijd is met onder andere het motiveringsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel, nu voor betreffende functie geen MBO-4 diploma, maar MBO-4 werk- en denkniveau is vereist. Volgens klaagster voldoet zij aan deze vereiste nu zij al geruime tijd de werkzaamheden in deze functie naar gehele tevredenheid van haar directe meerdere volbrengt.
Het wettelijk kader
4.1
Ingevolge artikel 13, eerst lid van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (hierna: Lma) geschieden aanstelling en bevordering, voor zover daaromtrent regelen zijn vastgesteld, overeenkomstig deze regelen.
4.2
Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Bezoldigingsregeling Aruba (BRA) dient de ambtenaar om in aanmerking te kunnen komen voor een bevordering, aan de voor de desbetreffende betrekking bedoelde eisen te voldoen en voorts voor de vervulling van die betrekking geschikt en bekwaam te worden geacht.
4.3
Om geplaatst te worden in de functie van Medewerker HBK, die is gewaardeerd op maximaal schaal 7, dient de betrokkene te voldoen aan de volgende vereisten: MBO-3 werk- of denkniveau, aanvullende cursussen, goede communicatieve vaardigheden en dienstverlenende, klantvriendelijke instelling.
4.4
Om geplaatst te worden in de functie van Inningscontroleur bij het HBK, die is gewaardeerd op maximaal schaal 9, dient de betrokkene te voldoen aan de volgende vereisten: MBO 4 werk- of denkniveau, aanvullende cursussen, goede communicatieve vaardigheden en dienstverlenende, klantvriendelijke instelling.
De beoordeling
5.1
Klaagster wenst geplaatst te worden in de functie van Inningscontroleur bij het HBK. Het gerecht stelt voorop dat een ambtenaar geen recht heeft op een plaatsing in een andere functie c.q. bevordering. Het bestuursorgaan heeft bij beslissingen, zoals hier aan de orde, ruime beoordelingsvrijheid. Daarom is de toetsing door de rechter terughoudend. Zij is in beginsel beperkt tot de beantwoording van de vraag of het bestuursorgaan in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen.
5.2
Voor de functie Inningscontroleur bij het HBK geldt als opleidingsvereiste, MBO-4 werk- of denkniveau. Hieruit volgt dat de aan de afwijzing van het verzoek van klaagster, om in die functie te worden geplaatst, gegeven motivering, namelijk dat klaagster geen MBO-4 diploma heeft, onvoldoende draagkrachtig is. Onderzocht dient immers te worden of klaagster beschikt over het vereiste MBO-4 werk- of denkniveau.
5.3
Gelet op het vorenstaande is het gerecht van oordeel dat het bezwaar gegrond dient te worden verklaard.
6. Verweerder dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden verwezen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar gegrond;
vernietigt het bestreden Landsbesluit van 25 september 2019 no. 19;
draagt verweerder op om binnen een termijn van twee maanden na dagtekening van deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klaagster te beslissen, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure voor zover aan de zijde van klaagster gevallen en tot op heden begroot op Afl. 700,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht rechter in ambtenarenzaken en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 21 september 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.