In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 21 september 2020 uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen de afwijzing van haar verzoek om aangesteld te worden in de functie van Inningscontroleur. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat klaagster niet voldeed aan de opleidingsvereiste van een MBO-4 diploma. Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, stellende dat de vereiste kwalificatie niet correct was geïnterpreteerd en dat zij wel degelijk over het benodigde werk- en denkniveau beschikte.
Het proces begon met een Landsbesluit van 25 september 2019, waarna klaagster op 28 oktober 2019 bezwaar indiende. De zitting vond plaats op 15 juni 2020, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. E. Duijneveld, en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Jansen. Tijdens de zitting heeft klaagster aanvullende stukken ingediend, waar verweerder op reageerde.
De rechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift na de termijn had ingediend, maar dat zij aannemelijk had gemaakt dat zij tijdig op de hoogte was gesteld van de afwijzing. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van het verzoek onvoldoende was gemotiveerd, omdat niet was onderzocht of klaagster voldeed aan de vereiste MBO-4 werk- of denkniveau. Uiteindelijk verklaarde het gerecht het bezwaar gegrond, vernietigde het bestreden Landsbesluit en droeg verweerder op om binnen twee maanden opnieuw op het verzoek van klaagster te beslissen.