ECLI:NL:OGAACMB:2020:7

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
AUA201703370
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluitvorming en bezwaar in ambtenarenzaken met betrekking tot bevordering

In deze zaak heeft klager, wonend in Aruba, bezwaar aangetekend tegen het uitblijven van een beslissing door de Gouverneur van Aruba op zijn verzoek om bevordering tot schaal 13, ingediend op 8 november 2016. Klager heeft zijn verzoek herhaald in brieven van 11 september 2017 en 3 november 2017. Na het indienen van een bezwaarschrift op 8 december 2017, hebben partijen verzocht om de zaak naar de parkeerrol te verwijzen, maar klager heeft op 2 juli 2019 verzocht om de zaak te behandelen. De zitting vond plaats op 27 januari 2019, waarbij klager in persoon verscheen en de verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. V.M. Emerencia.

Het gerecht heeft overwogen dat, aangezien de verweerder geen beslissing heeft genomen op het verzoek van klager, klager mocht aannemen dat zijn verzoek was geweigerd. Het gerecht oordeelt dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend, ondanks dat er nog geen jaar verstreken was na het laatste verzoek van klager. Het gerecht verwijst naar een eerdere uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken, waarin werd vastgesteld dat de weigering om te beschikken niet als een afwijzende of goedkeurende beschikking kan worden gekwalificeerd. Dit betekent dat klager het bestuursorgaan kan dwingen tot besluitvorming.

De uitspraak van het gerecht is dat het bezwaar gegrond is verklaard en de verweerder wordt opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen. De rechter heeft ook instructies gegeven voor het indienen van een hoger beroep, inclusief de vereisten voor het hogerberoepschrift. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers en uitgesproken op 10 februari 2020.

Uitspraak

Uitspraak van 10 februari 2020
Gaza nr. AUA201703370

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[klager],

wonend in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
gericht tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 8 november 2016 heeft klager verzocht om hem ingaande 1 november 2011 te bevorderen tot schaal 13. Bij brieven van 11 september 2017 en 3 november 2017 heeft klager dat verzoek herhaald.
Tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek heeft klager op 8 december 2017 een bezwaarschrift ingediend.
Bij brief van 17 mei 2018 hebben partijen verzocht om de zaak naar de parkeerrol te verwijzen.
Bij brief van 2 juli 2019 heeft klager verzocht om de zaak te behandelen.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 januari 2019. Klager is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1.1
Nu verweerder geen beslissing heeft genomen op het op 8 november 2016 ingediende verzoek van klager mocht hij, gelet op de aard van dat verzoek, ten tijde van het indienen van zijn bezwaarschrift aannemen dat verweerder heeft geweigerd op haar verzoek te beschikken. Weliswaar is nog geen jaar verstreken na het laatste verzoek van klager van 3 november 2017, doch dit doet niet af aan het feit dat verweerder bekend is met het feit dat klager in aanmerking wenst te komen voor de verzochte bevordering. Immers klager had daartoe al in 2016 een verzoek bij verweerder ingediend. Naar het oordeel van het gerecht is het bezwaarschrift tegen deze (fictieve) weigering tijdig ingediend.
1.2
Nu verweerder nog altijd niet inhoudelijk op klaagsters verzoek heeft beslist, is het bezwaar gegrond. Het gerecht verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 21 oktober 2009, ECLI:NL:ORBANAA:2009: BK9368, waaruit volgt dat de weigering te beschikken niet als een afwijzende beschikking, noch als een goedkeurende beschikking wordt gekwalificeerd. De mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel tegen de weigering om te beschikken is dus een procedureel middel dat kan worden ingezet om het bestuursorgaan te bewegen tot besluitvorming. Verweerder zal derhalve alsnog een (reële) beslissing moeten nemen op het verzoek van klager/klaagster. Het gerecht zal daartoe een termijn stellen van drie maanden na heden.
1.3
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- draagt verweerder op om binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 10 februari 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.