ECLI:NL:OGAACMB:2020:62
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen ontheffing van functie met behoud van salaris in ambtenarenrecht
In deze zaak heeft klager bezwaar aangetekend tegen het Landsbesluit van 12 september 2018, waarbij hij is ontheven van zijn functie als Hoofd Controle en Opsporing met behoud van salaris en in een overplaatsingstraject is geplaatst. Klager, vertegenwoordigd door mr. C.M. Marica, stelt dat de ontheffing onzorgvuldig is opgelegd, een deugdelijke motivering ontbeert en in strijd is met het vertrouwensbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van goed werkgeverschap. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. R.F. Gibson jr., voert aan dat de beslissing op de juiste gronden is genomen zonder schending van de beginselen van behoorlijk bestuur.
Het procesverloop omvat een pro forma bezwaarschrift dat op 5 juli 2019 is ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 6 juli 2020. Klager heeft zijn standpunten toegelicht, terwijl verweerder zijn argumenten heeft gepresenteerd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er voldoende gronden zijn voor de ontheffing, gezien de verstoorde werkverhouding tussen klager en zijn ondergeschikten, zoals blijkt uit het rapport van de Klachtencommissie.
Het Gerecht oordeelt dat de bestreden beschikking zorgvuldig is voorbereid en terecht is genomen. Klager heeft geen inhoudelijke gronden naar voren gebracht die de ontheffing zouden kunnen weerleggen. De uitspraak van het Gerecht verklaart het bezwaar ongegrond, en klager heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.