In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao op 27 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen klaagster, de Regering van Curaçao, en verweerster. Klaagster was werkzaam als ambtenaar en is op 1 juli 2019 ontslagen door verweerster. Dit ontslagbesluit werd door klaagster betwist, waarna zij bezwaar heeft gemaakt. De openbare behandeling van het bezwaar vond plaats op 22 juni 2020. Klaagster heeft verweer gevoerd tegen de aan haar verweten gedragingen die aan het ontslag ten grondslag lagen. Het Gerecht overwoog dat verweerster geen bewijsstukken heeft overgelegd ter onderbouwing van het ontslagbesluit, waardoor het Gerecht niet kon toetsen of klaagster zich aan de verweten gedragingen schuldig had gemaakt. Het Gerecht concludeerde dat het ontslagbesluit niet in stand kon blijven en verklaarde het bezwaar gegrond. Daarnaast werd verweerster veroordeeld in de proceskosten van klaagster, vastgesteld op NAf 1.400,-. De uitspraak biedt inzicht in de vereisten voor een geldig ontslagbesluit en de rol van bewijs in disciplinaire procedures.