In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 13 januari 2020 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager tegen de Gouverneur van Aruba. Klager had op 27 mei 2019 een bezwaarschrift ingediend op basis van artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La), nadat het gerecht op 27 augustus 2018 had geoordeeld dat de Gouverneur binnen drie maanden op een eerder verzoek van klager moest beslissen. Klager stelde dat de uitspraak van 27 augustus 2018 pas onherroepelijk was geworden nadat de termijn voor de beslissing was verstreken. Het gerecht oordeelde echter dat de uitspraak op 27 september 2018 onherroepelijk was geworden, omdat klager en zijn gemachtigde bij de zitting aanwezig waren en er geen rechtsmiddelen waren aangewend. Hierdoor was het bezwaar van klager niet binnen de wettelijk gestelde termijn van zes maanden ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechter heeft ook het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en kan door beide partijen in hoger beroep worden aangevochten bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken.