ECLI:NL:OGAACMB:2020:5

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 januari 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
AUA201901745
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar ex artikel 96 Landsverordening ambtenarenrechtspraak

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 13 januari 2020 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager tegen de Gouverneur van Aruba. Klager had op 27 mei 2019 een bezwaarschrift ingediend op basis van artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La), nadat het gerecht op 27 augustus 2018 had geoordeeld dat de Gouverneur binnen drie maanden op een eerder verzoek van klager moest beslissen. Klager stelde dat de uitspraak van 27 augustus 2018 pas onherroepelijk was geworden nadat de termijn voor de beslissing was verstreken. Het gerecht oordeelde echter dat de uitspraak op 27 september 2018 onherroepelijk was geworden, omdat klager en zijn gemachtigde bij de zitting aanwezig waren en er geen rechtsmiddelen waren aangewend. Hierdoor was het bezwaar van klager niet binnen de wettelijk gestelde termijn van zes maanden ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechter heeft ook het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en kan door beide partijen in hoger beroep worden aangevochten bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken.

Uitspraak

Uitspraak van 13 januari 2020
Gaza nr. AUA201901745

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaarschrift ex artikel 96 van de
Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[klager],

wonend te Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van 27 augustus 2018 in zaak nr. AUA201800640 heeft het gerecht het bezwaar van klager gericht tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek van 9 februari 2017 om een gratificatie gegrond verklaard en de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beschikken.
Klager heeft op 27 mei 2019 een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 november 2019, waar partijen zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid

1.1
Ingevolge artikel 96, eerste lid van de La, is de ambtenaar bevoegd deswege een bezwaarschrift bij het gerecht in te dienen, indien - voor zover van belang - aan bij onherroepelijk geworden rechterlijke beslissing opgelegde veroordeling niet of niet volledig gevolg wordt gegeven.
Ingevolge het tweede lid wordt het bezwaar ingediend, voor wat de beslissing in eerste aanleg betreft, binnen zes maanden, nadat zij onherroepelijk is geworden.
Ingevolge het derde lid veroordeelt het gerecht, indien het bezwaar gegrond bevonden wordt, het betrokken lichaam tot vergoeding en stelt, met inachtneming van alle omstandigheden, het bedrag der schadevergoeding bij de beslissing vast.
Ingevolge artikel 98, eerste lid, voor zover thans van belang, wordt het hoger beroep ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest.
1.2
Tegen de uitspraak van 27 augustus 2018 zijn geen rechtsmiddelen aangewend. Uit die uitspraak valt voorts af te leiden dat klager, bijgestaan door zijn gemachtigde, bij de behandeling ter zitting tegenwoordig is geweest en dat de uitspraak terstond is gedaan. Dat brengt met zich dat gelet op artikel 98, eerste lid, van de La, de uitspraak van 27 augustus 2018 op 27 september 2018 onherroepelijk is geworden. Voor het betoog van klager dat de uitspraak van 27 augustus 2018 eerst onherroepelijk is geworden nadat de termijn, waarbinnen verweerder daarbij is opgedragen een beschikking te geven, is verstreken, biedt de La geen grondslag. Klager heeft het bezwaar ingediend op 27 mei 2019, derhalve niet binnen de daarvoor in artikel 96, tweede lid, van de La gestelde termijn.
1.3
Het bezwaar is niet-ontvankelijk. Gelet hierop is het verzoek van klager om proceskostenvergoeding niet toewijsbaar.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 13 januari 2020, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.