In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 7 december 2020 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van klager, die schadevergoeding vorderde op basis van artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La). Klager, werkzaam als medewerker logistiek, had eerder een verzoek ingediend om bevorderd te worden naar schaal 6, maar verweerder had hier geen beslissing op genomen. Klager stelde dat het uitblijven van een beslissing leidde tot schade, en vorderde een schadevergoeding gelijk aan het verschil tussen zijn huidige bezoldiging en die van schaal 6, met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2016.
Verweerder betwistte echter dat klager schade had geleden, omdat er een afwijzend advies was gegeven op zijn bevorderingsverzoek, waarbij werd gesteld dat de functie van medewerker logistiek maximaal gewaardeerd was op schaal 5. Het gerecht overwoog dat voor toekenning van schadevergoeding op basis van artikel 96, derde lid van de La, vastgesteld moest worden of klager daadwerkelijk schade had geleden door het niet nakomen van de eerdere uitspraak. Het gerecht concludeerde dat het verzoek om schadevergoeding niet kon worden toegewezen, omdat nog niet vaststond dat klager schade had geleden.
De uitspraak benadrukte dat, hoewel het verzoek om schadevergoeding ongegrond werd verklaard, verweerder nog steeds verplicht was om een beslissing te nemen op het verzoek van klager. De rechter gaf aan dat het niet nakomen van de eerdere uitspraak niet automatisch betekende dat klager recht had op de gevorderde bevordering, vooral gezien het afwijzende advies op zijn verzoek. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht, ambtenarenrechter, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.